Frühlingstrost
Language: German (Deutsch)
Available translation(s): CAT DUT ENG FRE
Es weht um mich Narzissenduft
Es spricht zu mir die Frühlingsluft:
Geliebter,
Erwach im roten Morgenglanz,
Dein harrt ein blütenreicher Kranz,
Betrübter!
Nur mußt du kämpfen drum und tun
Und länger nicht in Träumen ruhn;
Laß schwinden!
Komm, Lieber, komm aufs Feld hinaus,
Du wirst im grünen Blätterhaus
Ihn finden.
Wir sind dir alle wohlgesinnt,
Du armes, liebebanges Kind,
Wir Düfte;
Warst immer treu uns Spielgesell,
Drum dienen willig dir und schnell
Die Lüfte.
Zur Liebsten tragen wir dein Ach
Und kränzen ihr das Schlafgemach
Mit Blüten.
Wir wollen, wenn du von ihr gehst
Und einsam dann und traurig stehst,
Sie hüten.
Erwach im morgenroten Glanz,
Schon harret dein der Myrtenkranz,
Geliebter!
Der Frühling kündet gute Mär',
Und nun kein Ach, kein Weinen mehr,
Betrübter!
Authorship:
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- CAT Catalan (Català) (Salvador Pila) , "Conhort de primavera", copyright © 2022, (re)printed on this website with kind permission
- DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , "Lentetroost", copyright © 2015, (re)printed on this website with kind permission
- ENG English (Emily Ezust) , "Spring comfort", copyright ©
- FRE French (Français) (Guy Laffaille) , "Consolation du printemps", copyright © 2013, (re)printed on this website with kind permission
Researcher for this text: Emily Ezust [
Administrator]
This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 30
Word count: 125
Lentetroost
Language: Dutch (Nederlands)  after the German (Deutsch)
Er waait om mij narcissengeur
En tot mij spreekt de lentefleur:
‘Geliefde,
Ontwaak in de1 rode morgenglans,
Jou wacht een bloemenrijke krans,
Jij trieste!
Wel moet je vechten doelbewust,
Blijf hangen niet in droom en rust;
Laat varen!
Kom, beste, kom naar ‘t open veld,
Je zult hem vast in ‘t groen geweld
Ontwaren.
Wij zijn jou allen goed gezind,
Jij, arm en liefde vrezend kind,
Wij, geuren;
Trouw was je ons tot speelgezel
Dus willen jou de winden wel
Opbeuren.
De liefste brengen wij jouw klacht
En sieren ‘t waar zij slaapt vannacht
Met bloemen.
Wij willen, als je van haar gaat
En eenzaam en bedroefd dan staat,
Haar hoeden.
Ontwaak in de rode ochtendglans,
Reeds wacht op jou de mirtenkrans,
Geliefde!
De lente brengt je goed bericht,
Veeg nu de tranen van ‘t gezicht,
Jij trieste!