Liederenabum voor de jeugd

Du lieblicher Stern,
Du leuchtest so fern,
Doch hab ich dich denoch 
Von Herzen so gern.

Wie lieb ich doch dich
So herzinniglich!
Dein funkelndes Äuglein
Blickt immer auf mich.

So blick ich nach dir,
Sei's dort oder hier:
Dein freundliches Äuglein
Steht immer vor mir.

Wie nickst du mir zu
In fröhlicher Ruh!
O liebliches Sternlein,
O wär ich wie du!

Jij lieflijke ster,
Jij schijnt van zo ver,
Toch ben in mijn hart jij
Wel erg populair.
 
Mijn lieverd ben jij,
Mijn hartsslavernij!
Jouw fonkelend oogje   
Kijkt altijd naar mij.
 
Wat 'k steeds zoek ben jij,
In elke contrei!
Jouw vriendelijk oogje
Zie 'k altijd voor mij.
 
Hoe knik je naar mij,
Zo rustig, zo blij!
O sterretje lieflijk,
O, was ik als jij!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798 - 1874), "Der Abendstern", written 1835, appears in Kinderlieder
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 16
Word count: 64

Ich armes Käuzlein kleine,
Wo soll ich fliegen aus,
Bei Nacht so gar alleine,
Bringt mir so manchen Graus
Das macht der Eulen Ungestalt
Ihr Trauern mannigfalt.

Ich wills Gefieder schwingen,
Gen Holz in grünen Wald,
Die Vögel hören singen,
In mancherlei Gestalt
Vor allen lieb' ich Nachtigall,
Vor allen liebt' mich Nachtigall.

Die Kinder unten glauben,
Ich deute Böses an,
Sie wollen mich vertreiben
Das ich nicht schreien kann
Wenn ich was deute tut's mir leid,
Und was ich schrei' ist keine Freud'.

Mein Ast ist mir entwichen,
Darauf ich ruhen sollt',
Sein Blättlein all' verblichen,
Frau Nachtigall geholt
Das schafft der Eulen falsche Tück,
Die störet all mein Glück.

Ik, uiltje, arm en nietig,
Waar moet ik vliegen heen,
Alléén 's nachts en verdrietig;
Het geeft mij veel geween.
Een uil is vies en altijd fout,
't Geeft treurnis menigvoud1.
 
Ik wil mijn vleugels uitslaan
Naar 't bos, het groene woud,
De vogels horen losgaan,
Zo ongelijk gebouwd.
Ik hou het meest van de2 nachtegaal,
Van mij houdt meest de nachtegaal.
 
De kind'ren, onder, klagen
Dat ik het kwaad aanbreng;
Zij willen mij verjagen,
Mijn kreet vinden zij eng.
Als ik wat aanbreng spijt het mij,
En mijn gekrijs maakt mij niet blij.
 
Mijn tak is mij ontnomen,
Waarop ik rusten zou,
Zijn blad is bleek volkomen,
Weg de3 nachtegalenvrouw.
Wij uilen staan in kwade reuk,
't Vernietigt mijn geluk.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) possibly by Wernher[r] von Tegernsee (flourished 1172) and from Volkslieder (Folksongs) , appears in Des Knaben Wunderhorn
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
¹ Schumann voegt bij elke strofe toe: ik, arm, klein uiltje.
² Van de: twee lettergrepen te zingen op één kwartnoot.
³ Weg de: twee lettergrepen te zingen op één kwartnoot.

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 24
Word count: 125

Wie blüht es im Tale,
Wie grünt's auf den Höh'n!
Und wie ist es doch im Freien,
Im Freien so schön!

Es ladet der Frühling,
Der Frühling uns ein;
Nach der Weidenflöte sollen
Wir springen zum Reih'n.

Wer wollte nicht tanzen
Dem Frühling zu lieb,
Der den schlimmen, langen Winter
Uns endlich vertrieb?

So kommet, so kommet
Ins Freie hinaus!
Wann die Abendglocke läutet,
Geht's wieder nach Haus.

Hoe bloeien de dalen,
Zie hoog ook groene tooi!
Wat is het toch hier buiten,
Hier buiten nu mooi!
 
Nu nodigt de lente,
De lente ons uit,
Bij het wilgenfluitje moeten
Wij springen voluit.
 
Wie zou niet willen dansen
Voor de lente laat en vroeg,
Die de barre, lange winter
Nu eind'lijk verjoeg.
 
Dus kom nu, dus kom nu
Naar buiten toe, zeg!
Als de avondklok gaat luiden
Gaat ieder weer weg!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798 - 1874), "Hinaus ins Freie!", appears in Lyrische Gedichte, in Kinderleben, in Die vier Jahreszeiten, in 1. Der Frühling
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 16
Word count: 72

  Zwei feine Stieflein hab ich an 
Mit wunderweichen Söhlchen dran,
Ein Säcklein hab ich hinten auf,
Husch! trippl' ich rasch die Trepp' hinauf;
Und wenn ich in die Stube tret,
Die Kinder beten ihr Gebet,
Von meinem Sand zwei Körnelein
Streu ich auf ihre Äugelein, 
Da schlafen sie die ganze Nacht 
In Gottes und der Englein Wacht. 
Von meinem Sand zwei Körnelein
Streut' ich auf ihre Äugelein:
Den frommen Kindern soll gar schön
Ein froher Traum vorübergehn. 
Nun risch und rasch mit Sack und Stab
Nur wieder jetzt die Trepp' hinab,
Ich kann nicht länger müßig stehn,
 ...  muß heut noch zu gar vielen gehn, --
Da nickt ihr schon und lacht im Traum, 
Und öffnete doch mein Säcklein kaum.

Twee fijne laarsjes heb ik aan,
Met wonderzachte zooltjes d'raan,
Een zakje draag ik achterop,
Roetsj, trip ik vlug de trap al op.
En kom ik in de kamer net,
De kind'ren bidden hun avondgebed1,
Een beetje zand, twee korrels klein,
Strooi ik zacht op hun oogjes fijn,
Dan slapen zij de hele nacht,
En God en eng'len houden wacht.
 
Een beetje zand, twee korrels klein,
Strooid' ik zacht op hun oogjes fijn.
De brave kind'ren geef ik vast
Een blije droom die hen verrast.
Nu vliegensvlug met zak en staf
Meteen ook - roetsj - de trap weer af.
Ik moet nu snel hier weer vandaan,
Vandaag nog naar veel and'ren gaan.
En zie, door slechts wat korrels zand
Daar lach je al in kinderdroomland2.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by (Gustav) Hermann Kletke (1813 - 1886), "Der Sandmann", appears in Phantasus, appears in Gedichte, in 4. Aus dem Sagen- und Märchenwald, first published 1841
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
¹ Bij Schumann: bidden hun gebed
² Bij Schumann: Daar glimlach je al in dromenland.

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 20
Word count: 128

Marienwürmchen, setze dich auf meine Hand,
Ich tu' dir nichts zuleide.
Es soll dir nichts zuleid geschehn,
Will nur deine bunten Flügel sehn,
Bunte Flügel meine Freude.

Marienwürmchen, fliege weg,
Dein Häuschen brennt, die Kinder schrein
So sehre, wie so sehre.
Die böse Spinne spinnt sie ein,
Marienwürmchen, flieg hinein,
Deine Kinder schreien sehre.

Marienwürmchen, fliege hin zu Nachbars Kind,
Sie tun dir nichts zuleide.
Es soll dir da kein Leid geschehn,
Sie wollen deine bunten Flügel sehn,
Und grüß sie alle beide.

Kapoentje1 lief, kom zitten maar hier op mijn hand,
Ik doe je niets, waarachtig.
'k Ben net zo braaf als Ot en Sien2,
Wil alleen je bonte vleugels zien,
Bonte vleugels, 'k vind ze prachtig.
 
Kapoentje lief, vlieg vlug maar weg,
Je huisje brandt, je kind'ren zijn
Zo angstig, [o]3 zo angstig.
De boze spin, die is gemeen,
Kapoentje, vriendje, vlieg er heen,
Want je kindjes huilen angstig.
 
Kapoentje lief, vlieg weg gezwind naar buurmans kind,
Je hoeft ze niet te mijden.
Ze doen je niets, die Ot en Sien,
Ze willen slechts je bonte vleugels zien,
En groet ze van mij beiden.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) from Volkslieder (Folksongs) , appears in Des Knaben Wunderhorn
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
¹ Kapoentje: synoniem voor lieveheersbeestje
² Ot en Sien: hoofdfiguren uit een serie Nederlandse kinderverhalen die in de eerste helft van de twintigste eeuw zeer populair waren.
³ Brahms: "ach"

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 16
Word count: 107

Der Frühling kehret wieder,
Und alles freuet sich,
Ich blicke traurig nieder,
Er kam ja nicht für mich.

Was soll mir armen Kinde
Des Frühlings Pracht und Glanz?
Denn wenn ich Blumen winde,
Ist es zum Totenkranz.

Ach! keine Hand geleitet
Mich heim ins Vaterhaus,
Und keine Mutter breitet
Die Arme nach mir aus.

 ... 

O Himmel, gib mir wieder,
Was deine Liebe gab --
Blick ich zur Erde nieder,
So seh ich nur ihr Grab.

De lente komt weer, fleurig,
En alles straalt nu blij,
Maar ik kijk triest en treurig,
Want niet voor mij kwam zij.

Wat moet ik, arm, jong weeskind,
Met lentes pracht en glans?
Wanneer ik bloemen vastbind,
Is 't  voor een dodenkrans.

Geen hand die mij kan leiden
Terug naar 't vaderhuis,
Geen  moeder om te breiden
Haar armen naar mij uit.

[ ... ]

O hemel, die mij spaarde,
Geef terug wat  ooit jij gaf;
Sla ik mijn blik ter aarde,
Dan zie ik slechts hun graf.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798 - 1874), "Die Waise"
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 20
Word count: 105

Vöglein vom Zweig
 Gaukelt hernieder;
Lustig sogleich
 Schwingt es sich wieder.

Jetzt dir so nah,
 Jetzt sich versteckend;
Abermals da,
 Scherzend und neckend.

Tastest du zu,
 Bist du betrogen,
Spottend im Nu
 Ist es entflogen.

Still! Bis zur Hand
 Wird's dir noch hüpfen,
Bist du gewandt,
 Kann's nicht entschlüpfen.

Ist's denn so schwer
 Das zu erwarten?
Schau' um dich her:
 Blühender Garten!

Ei, du verzagst?
 Laß' es gewähren,
Bis du's erjagst,
 Kannst du's entbehren.

Wird's doch auch dann
 Wenig nur bringen,
Aber es kann
 Süßestes bringen.

't Vogeltje vlug
Duikt uit het lover;
Vrolijk terug
Vliegt het weer over.
 
Nu  eens dichtbij,
Dan zich verstoppend,
Of  weer opzij,
Schertsend en foppend.
 
Reik je er naar,
Word je bedrogen,
Spottend , ja, daar
Is het gevlogen.
 
Stil! Tot je hand
Wil 't nog wel  trippen,
Ben je briljant,
Kan 't niet ontglippen.
 
Zit j' er doorheen ,
Vóór 't wil gebeuren?
Kijk om je heen:
Bloesems  en geuren!
 
Moed haast geknakt?
Nee,  niets forceren!
Totdat je 't pakt,
Kun je 't ontberen.
 
Brengt het ook dan
Winst slechts geringe,
Denk dan, het kan
Allerzoetst zingen1.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by (Christian) Friedrich Hebbel (1813 - 1863), title 1: "Das Vöglein", title 2: "Das Glück", appears in Gedichte, in 1. Lieder, first published 1838
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
¹ Bij Schumann:

Wil het ook dan
Weinig inbrengen,
Denk dan, het kan,
't Zoetste nog brengen.

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 28
Word count: 100

Als das Christkind war zur Welt gebracht,
Das uns von der Hölle gerettet,
Da lag's auf der Krippe bei finstrer Nacht,
Auf Stroh und Heu gebettet;
Doch über der Hütte glänzte der Stern,
Und der Ochse küßte den Fuß des Herrn.
Halleluja, Kind Jesus!

Ermanne dich, Seele, die krank und matt,
Vergiß die nagenden Schmerzen.
Ein Kind ward geboren in Davids Stadt
Zum Trost für alle Herzen.
O laßt uns wallen zum Kindlein hin,
Und Kinder werden in Geist und Sinn.
Halleluja, Kind Jesus!

Toen het kerstkind was ter wereld1 gebracht,
Dat ons van de helstraf kwam redden,
Het lag in de kribbe in donkere nacht
Op stro en hooi te bedde;
Maar boven de hut was sterrengloed
En de os, hij kuste des Heren voet.
Alleluja, Kind Jezus!
 
Vat moed, arme ziel, toch, hoe ziek en mat,
Vergeet de knagende pijnen.
Een kind werd geboren in Davids stad
Tot troost van al de zijnen.
O, laat ons heengaan naar 't kind met spoed
En kind'ren worden in geest en gemoed.
Alleluja, Kind Jezus!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Anonymous/Unidentified Artist
  • Go to the text page.

Based on:

• a text in Danish (Dansk) by Hans Christian Andersen (1805 - 1875), first published 1832
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
¹ Wereld: te zingen op een kwart- en een achtste noot

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 14
Word count: 91

Es war ein Kind, das wollte nie
Zur Kirche sich bequemen,
Und sonntags fand es stets ein Wie,
Den Weg ins Feld zu nehmen.

Die Mutter sprach: die Glocke tönt,
Und so ist dir's befohlen,
Und hast du dich nicht hingewöhnt,
Sie kommt und wird dich holen.

Das Kind, es denkt: die Glocke hängt
Da droben auf dem Stuhle.
Schon hat's den Weg ins Feld gelenkt,
Als lief' es aus der Schule.

Die Glocke, Glocke tönt nicht mehr,
Die Mutter hat gefackelt.
Doch welch ein Schrecken hinterher!
Die Glocke kommt gewackelt.

Sie wackelt schnell, man glaubt es kaum;
Das arme Kind im Schrecken,
Es läuft, es rennt, als wie im Traum;
Die Glocke wird es decken.

Doch nimmt es richtig seinen Husch
Und mit gewandter Schnelle,
Eilt es durch Anger, Feld und Busch
Zur Kirche, zur Kapelle.

Und jeden Sonn- und Feiertag
Gedenkt es an den Schaden,
Läßt durch den ersten Glockenschlag
Nicht in Person sich laden.

Er was een kind, dat wist altijd
De kerkdeur te vermijden,
En zondags vond het steeds met vlijt
De weg die 't veld in leidde.
 
Zijn moeder sprak: de kerkklok luidt,
Dus nu niet langer dralen,
En stel je het nog langer uit,
Dan komt ze je wel halen.
 
Het kind, het denkt: de klok hangt hoog
Daarboven in de toren.
Het liep naar 't veld, welnee, het vloog,
Het wou de klok niet horen.
 
De klok, de klok, zij luidt niet meer
En moe is ingedommeld,
Maar wat een schrik volgt deze keer!
De klok komt aangeschommeld.
 
Zij waggelt snel, - een angstfantoom -,
Het kind is erg geschrokken,
Het loopt, het rent, als in een droom;
De klok zal 't op gaan slokken.
 
Toch kiest het wel de juiste pas
En weet in weinig tellen
Door beemden, veld en struikgewas
Nu naar de kerk te snellen.
 
En elke zon- en heil'gendag
Denkt het weer aan 't verleden,
Wacht bij de eerste klokkenslag
Geen tel meer op de tweede.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Johann Wolfgang von Goethe (1749 - 1832), "Die wandelnde Glocke"
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 28
Word count: 169

Schneeglöckchen klingen wieder,
Schneeglöckchen bringen wieder
Uns heitre Tag' und Lieder;
Wie läuten sie so schön
Im Thal und auf den Höhn.
Der König ziehet ein!
Der König ist erschienen;
Ihr sollt ihm treulich dienen
Mit heitrem Blick und Mienen!
O laßt den König ein!
 
Er kommt vom Sterngefilde,
Und führt in seinem Schilde
Die Güte nur und Milde;
Er trägt die Freud' und Lust
Als Stern an seiner Brust,
Ist gnädig Jedermann,
Den Herren und den Knechten,
Den Guten und den Schlechten,
Den Bösen und Gerechten,
Sieht Alle liebreich an.
 
Ihr aber fragt und wißt es,
Und wer's auch weiß, vergißt es,
Der König Frühling ist es;
Entgegen ihm mit Sang,
Mit Saitenspiel und Klang!
Der König ziehet ein!
Der König ist erschienen.
Ihr sollt ihm treulich dienen
Mit heitrem Blick und Mienen!
O laßt den König ein!

Sneeuwklokjes staan te dringen,
Sneeuwklokjes ons omringen
Met stralend weer, zij zingen.
Hoe mooi klinkt hun geschal
Op bergen en in 't dal:
De lente1 trekt hier in,
De lente komt hier wonen.
Wil trouw haar komst belonen
Met vrolijk oog en konen;
O, haal de lente in!
 
Zij komt uit sterrenvelden:
Slechts goed- en mildheid gelden
Bij haar als deugd van helden.
De sterren op haar borst
Zijn vreugd en liefdesdorst.
Zij koestert iedereen,
De heren en de knechten,
De goeden en de slechten,
De bozen en gerechten,
Kijkt lief naar iedereen.
 
U echter vraagt en weet het,
En wie 't ook weet, vergeet het,
De lentevorstin is het.
Verwelkom haar met zang,
Met snarenspel en klank!
De lente trekt hier in,
De lente komt hier wonen.
Wil trouw haar komst belonen
Met vrolijk oog en konen.
O, haal de lente in.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798 - 1874), "Frühlingslied", appears in Lyrische Gedichte, in Kinderleben, in Kindheit
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
Translation of title "Frühlingslied" = "Lentelied"
¹ Noot van de vertaler: Omdat de lente in ons taalgebied eerder als een vrouw dan als een man wordt gepersonifieerd, meende ik hier 'König' te moeten vertalen met 'koningin', temeer daar in het Nederlands 'lente' een vrouwelijk woord is. Maar omdat Schumanns compositie een tweelettergrepig woord vereist, was 'koningin' ongeschikt. Daarom heb ik het woord 'koningin' vervangen door 'lente'. Verderop wordt zij wel 'vorstin' genoemd.

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 30
Word count: 144

Nach diesen trüben Tagen,
Wie ist so hell das Feld!
Zerrißne Wolken tragen
Die Trauer aus der Welt.

Und Keim und Knospe mühet
Sich an das Licht hervor,
Und manche Blume blühet
Zum Himmel still empor.

Ja, auch so gar die Eichen
Und Reben werden grün!
O Herz, das sei dein Zeichen,
Werde froh und kühn!

Na deze somb're dagen
Is 't licht nu opgegaan!
Verscheurde wolken dragen
De treurnis hier vandaan.
 
En kiem en knoppen groeien
Naar 't  licht toe, haast onaards,
En vele bloemen bloeien
In stilte hemelwaarts.
 
Ja, wijnstok zelfs en eiken
Zijn nu weer groen gekleurd!
O hart, dit wil bereiken:
Kom, wees opgebeurd!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798 - 1874), "Frühlings-Ankunft", appears in Lyrische Gedichte, in Dichterleben, in Jugend und Mannesjahre
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 12
Word count: 52

 ...  Schmetterling sprich,
Was fliehest du mich?
Warum doch so eilig,
Jetzt fern und dann nah?

Jetzt fern und dann nah,
Jetzt hier und dann da -- 
Ich will dich nicht haschen,
Ich thu' dir kein Leid.

Ich thu' dir kein Leid:
O bleib allezeit!
Und wär ich ein Blümchen,
So spräch' ich zu dir,

So spräch' ich zu dir:
Komm, komm doch zu mir!
Ich schenk' dir mein Herzchen,
Wie gut bin ich dir!

O vlindertje, zeg, 
waarom vlieg je weg?
Waarom toch zo haastig, 
nu ver dan dichtbij!
 
Nu ver dan dichtbij, 
maar net niet naar mij.
Ik wil je niet vangen, 
ik doe je geen kwaad.
 
Ik doe je geen kwaad, 
hoop dat je niet gaat!
En was ik een bloempje, 
dan sprak ik tot jou.
 
Dan sprak ik tot jou: 
kom, kom bij me gauw!
Ik geef je mijn hartje, 
zo houd ik van jou!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798 - 1874), "Wie gut bin ich dir!", appears in Kinderlieder
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 16
Word count: 74

Es fliegen zwei Schwalben ins Nachbar sein Haus,
Sie fliegen bald hoch und bald nieder;
Aufs Jahr da kommen sie wieder
Und suchen ihr voriges Haus. 

Sie gehen jezt fort ins neue Land,
Und ziehen jezt eilig hinüber;
Doch kommen sie wieder herüber,
Das ist einem jeden bekannt. 

Und kommen sie wieder zu uns zurück,
Der Bauer geht ihnen entgegen;
Sie bringen ihm viel mal den Segen,
Sie bringen ihm Wohlstand und Glück.

Er vliegen twee zwaluwen naar buurman zijn huis,
Zij vliegen soms boven, soms onder;
En elk jaar voltrekt zich1 het wonder,
Zij zoeken2 hun vorige huis.
 
Zij trekken nu weg naar nieuw gebied,
En vliegen nu haastig naar ginds toe;
Toch komen zij straks weer3 naar hier toe,
En niemand4 van ons weet dat niet.
 
En komen zij straks weer naar ons terug,
De landman, hij loopt hen dan tegen,
Zij brengen hem veelal5 veel zegen,
Zij hebben6 't geluk op hun rug.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) from Volkslieder (Folksongs) , "Die Schwalben", appears in Des Knaben Wunderhorn
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
¹ Schumann herhaalt: voltrekt zich
² Schumann herhaalt: zij zoeken
³ Schumann herhaalt: zij straks weer
⁴ Schumann herhaalt: en niemand
⁵ Schumann herhaalt: hem veelal
⁶ Schumann herhaalt: zij hebben

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 12
Word count: 89

Wenn fromme Kindlein schlafen gehn,
An ihrem Bett' zwei Englein stehn,
 ... 
Decken sie zu, decken sie auf,
Haben ein liebendes Auge drauf.

Wenn aber auf die Kindlein stehn,
Die beiden Engel schlafen gehn,
 ... 
Reicht nun nicht mehr der Englein Macht,
Der liebe Gott hält selbst die Wacht.

Als brave kind'ren slapen gaan,
Dan aan hun bed twee eng'len staan,
[ ... ]
Stoppen ze in, dekken ze toe,
Worden te letten op hen niet moe.

Maar zijn de kind'ren opgestaan,
Dan beide eng'len slapen gaan.
[ ... ]
Nu schiet tekort de eng'lenmacht,
De goede God houdt zelf de wacht.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) from Volkslieder (Folksongs) , "Kinderwacht"
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

Note: this is a singable translation of Schumann's version.

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 12
Word count: 51

Ihr Matten, lebt wohl,
Ihr sonnigen Weiden!
Der Senne muß scheiden,
Der Sommer ist hin.

Wir fahren zu Berg, wir kommen wieder,
Wenn der Kuckuck ruft, wenn erwachen die Lieder,
Wenn mit Blumen die Erde sich kleidet neu,
Wenn die Brünnlein fließen im lieblichen Mai.

Ihr Matten, lebt wohl,
Ihr sonnigen Weiden!
Der Senne muß scheiden,
Der Sommer ist hin.

Dag, almen, vaarwel,
Dag zonnige weiden!
De herder moet scheiden,
De zomer is heen!
 
Wij gaan naar de berg, wij zullen weerkeren,
Als de koekoek roept, als weer lied'ren vibreren,
Als met bloemen de aarde neemt nieuw livrei,
Als de bronnetjes stromen in de1 lieflijke Mei.
 
Dag, almen, vaarwel,
Dag zonnige weiden!
De herder moet scheiden,
De zomer is heen!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Friedrich von Schiller (1759 - 1805), no title, appears in Wilhelm Tell, Act I, Scene 1 - Hirt (singt auf dem Berge - Variationen des Kuhreihens)
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
¹ In de: te zingen op twee achtsten.

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 12
Word count: 61

Frühling läßt sein blaues Band
Wieder flattern durch die Lüfte;
Süße, wohlbekannte Düfte
Streifen ahnungsvoll das Land.
Veilchen träumen schon,
Wollen balde kommen.
-- Horch, ein Harfenton!
Frühling, ja du bist's!
Dich hab' ich vernommen!

Lente laat haar blauwe band
Weer frivool de luchten kleuren;
Zoete, welbekende geuren
Strelen suggestief het land.
Viooltjes1, droombekoord,
Zullen weldra komen.
Hoor, [van ver een lieflijk]2 harpakkoord!
Lente, jij bent hier!
Jou heb 'k waargenomen!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Eduard Mörike (1804 - 1875), "Er ist's"
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
¹ Viooltjes: te zingen met een voorslag
² [...] Bij Schumann: een

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 9
Word count: 39

Spinn', Mägdlein, spinn!
So wachsen dir die Sinn'!
Wachsen dir die gelben Haar',
Kommen dir die klugen Jahr',
Spinn, Mägdlein, spinn!

 ... 

Sing', Mägdlein, sing'
Und sei fein guter Ding';
Fang dein Spinnen lustig an,
Mach' ein frommes End' daran.

Lern', Mägdlein, lern',
So hast du Glück und Stern,
Lerne bei dem Spinnen fort
Gottesfurcht und Gotteswort.

 ... 

Lob', Mägdlein, lob',
Dem Schöpfer halte Prob',
Daß dir Glaub' und Hoffnung wachs',
Wie dein Garn und wie dein Flachs.

Dank', Mägdlein, dank'
Dem Herrn, daß du nicht krank,
Daß du kannst fein oft und viel
Treiben dieses Rockenspiel.
Dank', Mägdlein, dank'!

Spin, meisje, spin!
Zo groeit verstand en zin;
Terwijl groeit je blonde haar,
Word je slimmer met het jaar!
Spin, meisje, spin!

[ ... ]

Zing, meisje, zing
En wees een aardig ding;
Vang je spinnen vrolijk aan,
Maak een keurig eind daaraan.

Leer, meisje, leer,
Zo krijg geluk je meer;
Leer ook spinnend, zo het hoort,
Godsvrucht en het godd'lijk woord.

[ ... ]

Prijs, meisje, prijs,
Wilg in je scheppers eis,
Je geloof en hoop groei' ras
Als je garen en je vlas.

Dank, meisje, dank
De Heer: je bent niet krank,
En je kunt -- een fijne stiel -
Draaien dit mooi spinnewiel.
Dank, meisje, dank.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) from Volkslieder (Folksongs) , "Spinnerlied"
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

Translation of title "Spinnlied" = "Spinnelied"

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 38
Word count: 176

Mit dem Pfeil, dem Bogen,
Durch Gebirg' und Tal
Kommt der Schütz gezogen
Früh am Morgenstrahl.

Wie im Reich der Lüfte
König ist der Weih --
Durch Gebirg und Klüfte
Herrscht der Schütze frei.

Ihm gehört das Weite,
Was sein Pfeil erreicht,
Das ist seine Beute,
Was da kreucht und fleugt.

Met zijn boog, zijn pijlen,
Dwars door berg en dal
Komt de schutter lopen
Vroeg des morgens al.
 
Zo in 't rijk der winden
Koning is de wouw,
Zijn gebergt' en kloven
Schutters eigen gouw.
 
Hem behoort de ruimte
Die zijn pijl doorklieft;
't Is het zijne, al het zijne,
Wat daar kruipt en vliegt.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Friedrich von Schiller (1759 - 1805), no title, appears in Wilhelm Tell, Act III, Scene 1, Walther's song, first published 1855
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 12
Word count: 55

Der Schnee, der gestern noch in Flöckchen
  Vom Himmel fiel,
Hängt nun geronnen heut als Glöckchen
  Am zarten Stiel.

Schneeglöckchen läutet, was bedeutet's
  Im stillen Hain?
O komm geschwind! Im Haine läutet's
  Den Frühling ein.

O kommt, ihr Blätter, Blüt' und Blume,
  Die ihr noch träumt,
All zu des Frühlings Heiligtume!
  Kommt ungesäumt!

De sneeuw, die gisteren in vlokjes
Pas werd ons deel,
Hangt nu , gestold vandaag tot klokjes,
Aan 'n tere steel.

Sneeuwklokje luidt net, wat beduidt het
In 't stille bos?
O, kom nu vlug! In 't bos, daar luidt het
De lente los.

O, alle blaad'ren, bloesems, bloemen,
Die nu nog droomt,
Kom vlug in lentes schrijn opdoemen!
Snel toegestroomd!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Friedrich Rückert (1788 - 1866), "Schneeglöckchen"
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 12
Word count: 61

Zum Sehen geboren,
Zum Schauen bestellt,
Dem Turme geschworen
Gefällt mir die Welt.
Ich blick' in die Ferne,
Ich seh' in der Näh'
Den Mond und die Sterne,
Den Wald und das Reh.

So seh' ich in allen
Die ewige Zier,
Und wie mir's gefallen,
Gefall' ich auch mir.
Ihr glücklichen Augen,
Was je ihr gesehn,
Es sei, was es wolle,
Es war doch so schön!

Voor turen geboren,
De wacht toegedaan,
Verknocht aan de toren
Bevalt mij 't bestaan.
Ik zie al het verre,
Dichtbij zie 'k voor twee,
De maan en de sterren,
Het woud en het ree.
 
Ik zie in hen allen
De eeuwige pracht.
Zo 't mij is bevallen,
Heb 'k mij ook geacht.
Gelukkige ogen,
Wat ooit je maar zag,
Reëel of bedrogen,
't Verveelde geen dag!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Johann Wolfgang von Goethe (1749 - 1832), no title, appears in Faust, in Der Tragödie zweiter Teil (Part II), Act V
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

This text was added to the website: 2013-05-30
Line count: 16
Word count: 66

Kennst du das Land? wo die Citronen blühn,
Im dunkeln Laub die Gold-Orangen glühn,
Ein sanfter Wind vom blauen Himmel weht, 
Die Myrte still und hoch der Lorbeer steht,
Kennst du es wohl?
                   Dahin! Dahin
Möcht' ich mit dir, o mein Geliebter, ziehn.

Kennst du das Haus? Auf Säulen ruht sein Dach,
Es glänzt der Saal, es schimmert das Gemach,
Und Marmorbilder stehn und sehn mich an:
Was hat man Dir, du armes Kind, gethan?
Kennst du es wohl? 
                   Dahin! Dahin
Möcht' ich mit dir, o mein Beschützer, ziehn.

Kennst du den Berg und seinen Wolkensteg?
Das Maulthier sucht im Nebel seinen Weg;
In Höhlen wohnt der Drachen alte Brut;
Es stürzt der Fels und über ihn die Flut.
Kennst du ihn wohl?
                    Dahin! Dahin
Geht unser Weg! o Vater, laß uns ziehn!

Ken je het land waar de citroenboom bloeit,
In donker loof de sinaasappel gloeit?
Waar 'n zoele wind langs blauwe hemel strijkt,
De mirte stil en hoog de laurier prijkt?
Ken je het wel?
Daarheen, daarheen
Ging ik met jou, die ik bemin, meteen.
 
Ken je het huis? Zijn zuilen stralen kracht.
De zaal, zij glanst, de kamers zijn vol pracht,
En marm'ren beelden staan en zien mij aan:
Wat heeft men jou, o arm lief kind, gedaan?
Ken je het wel?
Daarheen, daarheen
Ging ik met jou, die mij beschermt, meteen.
 
Ken je de berg, zijn pas in mist gehuld?
Het muildier zoekt zijn weg met veel geduld.
In holen woont van draken oud gebroed;
De rots stort neer, daar overheen de vloed!
Ken je dat wel?
Daarheen, daarheen
Gaat onze weg! O vader, nu meteen!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2007 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Johann Wolfgang von Goethe (1749 - 1832), "Mignon", written 1784, appears in Wilhelm Meisters Lehrjahre, first published 1795
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

This text was added to the website: 2007-05-14
Line count: 21
Word count: 137

Kuckuck, Kuckuck ruft aus dem Wald:
Lasset uns singen,
Lasset uns springen!
Lasset uns singen und springen!
 ...  Frühling wird es nun bald.
 
Kuckuck, Kuckuck läßt nicht sein Schrei'n:
Komm in die Felder,
Wiesen und Wälder!
Komm in die Felder und Wälder!
 ... , Frühling, stelle dich ein!
 
Kuckuck, Kuckuck, trefflicher Held!
Was du gesungen,
Ist dir gelungen:
 ...  Winter räumet das Feld.

Koekoek, koekoek roept uit het bos:
Laat ons nu zingen,
Dansen en springen1,
Lente, lente breekt nu gauw los.
 
Koekoek, koekoek houdt zich niet in:
Kom nu naar heide,
Veld, bos en weiden2!
Lente, lente, kom en begin!
 
Koekoek, koekoek, heerlijke held!
Jij hebt gezongen,
Hebt het voldongen:
Winter, winter ruimt nu het veld.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798 - 1874), "Frühlingsbotschaft", appears in Lyrische Gedichte, in Kinderleben, in Die vier Jahreszeiten, in 1. Der Frühling
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
¹ Schumann: Laat ons nu zingen en springen
² Bij Schumann in de herhaling: Kom nu naar heide en weiden!

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 12
Word count: 57

So sei gegrüßt vieltausendmal,
Holder Frühling!
Willkommen hier in unserm Tal, 
Holder Frühling!
Holder Frühling, überall! 
Grüßen wir dich froh mit Sang und Schall,
Mit Sang und Schall.

Du kommst, und froh ist alle Welt, 
Holder Frühling!
Es freut sich Wiese, Wald und Feld,
Holder Frühling!
Jubel tönt dir überall,
Dich begrüßet Lerch' und Nachtigall,
Und Nachtigall.

So sei gegrüßt viel tausendmal,
Holder Frühling!
O bleib recht lang in unserm Tal,
Holder Frühling!
Kehr in alle Herzen ein,
Laß doch alle mit uns fröhlich sein,
Ja fröhlich sein!

Kom, wees gegroet wel duizendmaal,
Mooie lente!
Wees welkom hier bij ons  in 't dal,
Mooie lente!
Mooie lente, overal
Groeten wij je blij met zanggeschal,
Met zanggeschal.
 
Jij komt, en blij is iedereen,
Mooie lente!
Verheugd zijn velden, bos en beemd,
Mooie lente!
Jou bejuub'len z' allemaal,
Leeuwerik zowel als nachtegaal,
Als nachtegaal.
 
Dus wees gegroet wel duizendmaal,
Mooie lente!
O, blijf heel lang bij ons in 't dal,
Mooie lente!
Ieders hart zij jouw domein,
Laar toch allen met ons vrolijk zijn,
[Ja]1 vrolijk zijn!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798 - 1874), "Frühlings Bewillkommnung", appears in Kinderlieder
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
² Door Schumann weggelaten

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 21
Word count: 88

Kommt, wir wollen uns begeben
Jetzo ins Schlaraffenland!
Seht, da ist ein lustig Leben
Und das Trauern unbekannt!
Seht, da läßt sich billig leben,
Und umsonst recht lustig sein.
Milch und Honig fließt in Bächen,
Aus den Felsen quillt der Wein!

 ... 

Und von Kuchen, Butterwecken
Sind die Zweige voll und schwer;
Feigen wachsen in den Hecken,
Ananas im Busch umher.
Keiner darf sich müh'n und bücken,
Alles stellt von selbst sich ein.
O wie ist es zum Entzücken!
Ei, wer möchte dort nicht sein!

Und die Straßen aller Orten,
Jeder Weg und jede Bahn
Sind gebaut aus Zuckertorten
Und Bonbons und Marzipan.
Und von Brezeln sind die Brücken
Aufgeführt gar hübsch und fein.
O wie ist es zum Entzücken!
Ei, wer möchte dort nicht sein!

Ja, das mag ein schönes Leben
Und ein herrlich Ländchen sein.
Mancher hat sich hinbegeben,
Aber keiner kam hinein.
Ja, und habt ihr keine Flügel,
Nie gelangt ihr bis ans Tor,
Denn es liegt ein breiter Hügel
Ganz von Pflaumenmus davor.

Kom, wij willen ons begeven
Daad'lijk naar Luilekkerland!
Kijk, daar is het lustig leven,
Nooit iets treurigs aan de hand!
't Leven vraagt daar geen gereken,
Laat je gratis vrolijk zijn.
Melk en honing vloeit in beken
En uit rotsen stroomt de wijn!

[ ... ]

En van koeken, boterweggen
Zijn de takken vol en zwaar;
Vijgen groeien aan de heggen,
Ananas in bosjes daar.
Niemand mag daar zwoegend bukken,
Alles gaat daar zonder pijn.
O, dit moet je wel verrukken!
Ach, wie zou niet graag daar zijn?

Alle straten op de kaarten,
Elke weg en ieder plein
Is gemaakt van suikertaarten,
Van bonbons en marsepein.
Bruggen zijn daar nogastukken,
Uitgevoerd heel leuk en fijn.
O, dit moet je wel verrukken!
Ach, wie zou niet graag daar zijn?

Ja, zo'n leven moet wel lokken,
In zo'n land heeft ieder zin.
Velen zijn erheen getrokken,
Maar niet eentje kwam er in.
Ja, en heb je ook geen vleugels,
Tot de poort dring je nooit door,
Want er liggen brede heuvels
Puur van pruimenmoes daarvoor.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798 - 1874), "Vom Schlaraffenlande", appears in Kinderlieder
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 40
Word count: 213

Der Sonntag ist gekommen,
Ein Sträußchen auf dem Hut;
Sein Aug ist mild und heiter,
Er meint's mit allen gut.

Er steiget auf die Berge,
Er wandelt durch das Tal,
Er ladet zum Gebete
Die Menschen allzumal.

Und wie in schönen Kleidern
Nun pranget jung und alt,
Hat er für sie geschmücket
Die Flur und auch den Wald.

Und wie er allen Freude
Und Frieden bringt und Ruh,
So ruf auch du nun jedem
"Gott grüß dich" freundlich zu.

De zondag is gekomen,
Een bloempje op de hoed;
Zijn blik is mild en monter,
Met allen meent hij 't goed.

Hij klimt op in de bergen,
Hij wandelt door het dal,
Hij vraagt te komen bidden
De mensen overal.

En daar in mooie kleren
Nu rondloopt jong en oud,
Heeft hij voor hen versierd ook
De beemden en het woud.

En daar hij allen vreugde
En rust en vrede brengt,
Is 't goed dat jouw 'God groet je'
Eenieder 'tzelfde schenkt.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by August Heinrich Hoffmann von Fallersleben (1798 - 1874), "Sonntag", written 1835, appears in Kinderlieder
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

Note: this is singable for Schumann's setting.

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 16
Word count: 82

Unter die Soldaten ist 
Ein Zigeunerbub' gegangen,
Mit dem Handgeld ging er durch,
Und morgen muß er hangen.

Holten mich aus meinem Kerker,
Setzten auf den Esel mich,
Geißelten mir meine Schultern,
Daß das Blut floß auf den Weg.

Holten mich aus meinem Kerker,
Stießen mich ins Weite fort,
Griff ich rasch nach meiner Büchse,
Tat auf sie den ersten Schuß.

Onder de soldaten had 
een zigeunerknaap zijn gangen,
Met het handgeld liep hij weg, 
en morgen moet hij hangen.
 
Ze haalden mij uit mijn kerker, 
reden me1 op een ezel weg,
Geselden zo hard mijn schouders, 
dat het bloed liep op de weg.
 
Ze haalden mij uit mijn kerker, 
joegen mij de wereld in,
Ik greep vliegensvlug mijn wapen, 
lost' op hen het eerste schot.

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Emanuel von Geibel (1815 - 1884), no title
  • Go to the text page.

Based on:

• a text in Spanish (Español) by Anonymous/Unidentified Artist  [text unavailable]
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
Translation of title "Zigeunerliedchen I" = "Zigeunerliedje I"
¹ Reden me: te zingen op een achtste en twee zestienden

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 12
Word count: 66

Ich bin vom Berg der Hirtenknab,
Seh auf die Schlösser all herab. 
Die Sonne strahlt am ersten hier,
Am längsten weilet sie bei mir,
Ich bin der Knab' vom Berge, 
Vom Berg der Hirtenknab!

 ... 

Der Berg, der ist mein Eigentum,
Da ziehn die Stürme rings herum,
Und heulen sie von Nord und Süd,
So überschallt sie doch mein Lied.
Ich bin der Knab' vom Berge, 
Vom Berg der Hirtenknab!

Sind Blitz und Donner unter mir,
So steh' ich hoch im Blauen hier;
Ich kenne sie und rufe zu:
Laßt meines Vaters Haus in Ruh!
Ich bin der Knab' vom Berge, 
Vom Berg der Hirtenknab!

Und wann die Sturmglock' einst erschallt,
Manch Feuer auf den Bergen wallt,
Dann steig' ich nieder, tret' ins Glied
Und schwing' mein Schwert und sing' mein Lied:
Ich bin der Knab' vom Berge, 
Vom Berg der Hirtenknab!

Ik ben de herder op de berg,
Zie burchten onder mij als dwerg.
De zon verschijnt het eerste hier,
En schenkt mij ook haar laatst kwartier.
Ik ben de bergenjongen!1

[ ... ]

De berg, die is mijn vast domein,
Waar storm om raast met wild venijn.
En huilt hij woest door dit gebied,
Hem overschalt dan toch mijn lied.
Ik ben de bergenjongen!

Zijn bliksem, donder onder mij,
Ik sta in 't blauw hier hoog en vrij;
Ik ken ze goed en roep dan luid:
Wijk voor mijn vaders huis wel uit!
Ik ben de bergenjongen!

En als de stormklok soms weerklinkt,
Als vuurgloed op de bergen springt,
Dan daal ik af, meld mij subiet
En zwaai mijn zwaard en zing mijn lied:
Ik ben de bergenjongen!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Johann Ludwig Uhland (1787 - 1862), "Des Knaben Berglied", written 1806, appears in Lieder
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
¹ Schumann voegt hier telkens toe: de herder op de berg!
² [..] Door Schumann overgeslagen

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 25
Word count: 158

Komm, lieber Mai, und mache
Die Bäume wieder grün,
Und lass uns an dem Bache
Die kleinen Veilchen blühn!

Wie möchten wir so gerne
Ein Blümchen wieder sehn,
Und in die frische Ferne,
Ins grüne Freie gehen.

Komm, mach es bald gelinder,
Dass alles wieder blüht!
Dann wird das Flehn der Kinder 
Ein lautes Jubellied.

O komm und bring vor allen
Uns viele Rosen mit!
Bring auch viel Nachtigallen
Und schöne Kuckucks mit!

Kom, lieve Mei, besproeien
De bomen weer met groen,
En laat aan 't beekje bloeien
Viooltjes, tien miljoen!
 
Wat zagen wij weer gaarne
Een bloeiend bloempje staan,
Wat zouden wij ook gaarne
In 't frisse groen weer gaan!
 
Och, laat de kou toch mind'ren,
Laat  bloeien de natuur,
Dan wordt 't gezeur der kind'ren
Een lied vol vreugd en vuur.
 
O kom, en breng speciaal dan
Voor ons veel rozen mee!
Breng ook veel nachtegalen
En mooie koekoekjes1 mee!

Text Authorship:

• Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2013 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
  

  Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com

  
  If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
  
  
  

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Not Applicable [an adaptation]
  • Go to the text page.

Based on:

• a text in German (Deutsch) by Christian Adolf Overbeck (1755 - 1821), appears in Fritzchens Lieder, first published 1775
  • Go to the text page.

Go to the general single-text view

View original text (without footnotes)
¹ -koekjes: te zingen op een kwartnoot gevolgd door een achtste

This text was added to the website: 2013-05-15
Line count: 16
Word count: 80