Beatus vir qui timet Dominum
Language: Latin
Available translation(s): DUT
1 Alleluja, reversionis Aggæi et Zachariæ
Beatus vir qui timet Dominum:
in mandatis ejus volet nimis.
2 Potens in terra erit semen ejus;
generatio rectorum benedicetur.
3 Gloria et divitiæ in domo ejus,
et justitia ejus manet in sæculum sæculi.
4 Exortum est in tenebris lumen rectis:
misericors, et miserator, et justus.
5 Jucundus homo qui miseretur et commodat;
disponet sermones suos in judicio:
6 quia in æternum non commovebitur.
7 In memoria æterna erit justus;
ab auditione mala non timebit.
Paratum cor ejus sperare in Domino,
8 confirmatum est cor ejus;
non commovebitur donec despiciat inimicos suos.
9 Dispersit, dedit pauperibus;
justitia ejus manet in sæculum sæculi:
cornu ejus exaltabitur in gloria.
10 Peccator videbit, et irascetur;
dentibus suis fremet et tabescet:
desiderium peccatorum peribit.
F. Paër sets lines 1-2
About the headline (FAQ)
View text with all available footnotes
Authorship:
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- DUT Dutch (Nederlands) (Lau Kanen) , copyright © 2019, (re)printed on this website with kind permission
Researcher for this page: Ton van der Steenhoven
This text was added to the website: 2009-12-10
Line count: 23
Word count: 126
Gelukkig de man die de Heer vreest
Language: Dutch (Nederlands)  after the Latin
1 Alleluja, van de terugkeer van Aggaeus en Zacharias
Gelukkig de man die de Heer vreest,
die uitermate behagen vindt in zijn geboden.
2 Machtig zal zijn kroost zijn op aarde;
het geslacht der rechtschapenen zal gezegend worden.
3 Roem en rijkdom zijn in zijn huis,
en zijn gerechtigheid blijft voor altijd en eeuwig.
4 Voor de rechtschapenen is in de duisternis een licht opgegaan:
de barmhartige, de meelevende en rechtvaardige.
5 Innemend is de mens, die medelijden toont en te leen geeft;
hij zal zijn woorden met overleg kiezen,
6 Want in eeuwigheid zal hij niet wankelen.
7 De rechtvaardige zal eeuwig in herinnering blijven;
voor kwade berichten zal hij niet vrezen.
Vastbesloten is zijn hart, op de Heer te hopen,
8 Zijn hart is onverstoorbaar;
hij zal niet wankelen, totdat hij neerziet op zijn vijanden.
9 Hij deelde uit, hij gaf aan de armen;
zijn gerechtigheid blijft voor altijd en eeuwig:
zijn macht zal zich in roem verheffen.
10 De boosdoener zal het zien en in woede ontsteken;
hij zal knarsetanden en wegkwijnen:
de begeerte der boosdoeners zal niets uithalen.