Attention! Some of this material is not in the public domain.
It is illegal to copy and distribute our copyright-protected material without permission. It is also illegal to reprint copyright texts or translations without the name of the author or translator.
To inquire about permissions and rates, contact Emily Ezust at licenses@email.lieder.example.net
If you wish to reprint translations, please make sure you include the names of the translators in your email. They are below each translation.
Note: You must use the copyright symbol © when you reprint copyright-protected material.
Der bleiche [und]1 kalte Mond, erhob sich in Osten. Der Schlaf stieg auf die Jünglinge nieder! ihre blauen Helme schimmern zum Strahl; das sterbende Feuer vergeht. Der Schlaf aber ruhte nicht auf dem König: er hob sich mitten in seinen Waffen, und stieg langsam den Hügel hinauf, die Flamme des [Thurns]2 von Sarno zu sehn. Die Flamme war düster und fern; der Mond verbarg in Osten sein rothes Gesicht; es stieg ein Windstoß vom Hügel herab, auf seinen Schwingen war Lodas Gespenst. Es kam zu seiner Heimat, umringt [mit]3 seinen Schrecken; und [schüttelte]4 seinen düstern Speer. In seinem dunkeln Gesicht glühn seine Augen wie Flammen; seine Stimme gleicht entferntem Donner. Fingal stieß seinen Speer in die Nacht, und hob seine mächtige Stimme. Zieh dich zurück du Nachtsohn: ruf deine Winde und fleuch! Warum erscheinst du, vor mir, mit deinen schattigten Waffen? Fürcht ich deine [düstere]5 Bildung, du Geist des leidigen Loda? Schwach ist dein Schild [von Wolken]6: kraftlos das [Luftbild,]7 dein Schwert; Der Windstoß rollt sie zusammen; und du [bist selber]8 verloren; fleuch von meinen Augen, du Nachtsohn! ruf deine Winde und fleuch! Mit hohler Stimme versetzte der Geist, willst du aus meiner Heimat mich treiben? Vor mir beugt sich das Volk. Ich dreh die Schlacht im Felde der Tapfern. Auf Völker werf ich [mein Aug]9, und sie verschwinden: mein Odem verbreitet den Tod. Auf den Rücken der Winde schreit ich voran: vor meinem Gesichte brausen Orkane. Aber mein Sitz ist [ruhig]10 über den Wolken; angenehm die Gefilde meiner Ruh. Bewohn deine angenehmen Gefilde, sagte der König: denk nicht an Comhals Erzeugten. Steigen meine Schritte aus meinen Hügeln in [deine]11 friedliche Ebne hinauf? [Begegne]12 ich dir mit einem Speer, auf deiner Wolke, du Geist des leidigen Loda? Warum runzelst du denn deine Stirn auf mich? Warum schüttelst du deinen luftigen Speer? Du runzelst deine Stirn vergebens: nie floh ich vor den Mächtigen im Krieg. Und sollen die Söhne des Winds, Den König von Morven erschrecken? [Nein]13; er kennt die Schwäche ihrer Waffen! Fleuch zu deinem Land, versetzte die Bildung: Faß die [Winde]14, und fleuch! Ich halt die Winde in der Höhle meiner Hand: ich bestimm den Lauf des Sturms. Der König von Sora ist mein Sohn; er neigt sich vor dem [Stein]15 meiner Kraft. Sein Heer umringt Carric-Thura; und er wird siegen! Fleuch zu deinem Land, Erzeugter von Comhal, oder spüre [meine]16 flammende Wuth! Er hob seinen schattigten Speer in die Höhe! er neigte vorwärts seine schreckbare Länge. Fingal gieng ihm entgegen, und [zückte]17 sein Schwert[; die Klinge des dunkelbraunen Luno]18. Der blitzende Pfad des Stahls durchdrang den düstern Geist. Die Bildung zerfloß, gestaltlos, in Luft, wie eine Säule von Rauch, welche der Stab des Jünglings berührt, wie er aus der sterbenden Schmiede aufsteigt. Laut schrie Lodas Gespenst, als es, in sich selber gerollt, auf dem Winde sich hob. Inistore bebte beym Klang. Auf dem Abgrund hörtens die Wellen. Sie standen, vor Schrecken, in der Mitte ihres Laufs! die Freunde von Fingal sprangen plötzlich empor, Sie griffen ihre gewichtigen Speere, Sie mißten den König: zornig fuhren sie auf; All ihre Waffen erschollen! Der Mond [rückte]19 in Osten voran. Fingal [kehrte]20 im Klang seiner Waffen zurück. Groß war der Jünglinge Freude, ihre Seelen ruhig, wie das Meer nach dem Sturm. Ullin hob den Freudengesang. Die Hügel Inistores frolockten. Hoch stieg die Flamme der Eiche; Heldengeschichten wurden erzählt.
About the headline (FAQ)
View original text (without footnotes)Confirmed with Die Gedichte Ossians, des Celtischen Helden und Barden. Aus dem Englischen und zum Theile der Celtischen Ursprache übersetzt von Freyherrn von Harold, Zweyte verbesserte und mit vielen bisher unentdeckten Gedichten vermehrte Auflage. Mannheim 1782, im Verlage der Herausgeber der ausländischen schönen Geister, pages 86-89.
Note: The first edition of Schubert's setting (A. Diabelli & Co., VN 3631, Wien) employed a heavily redacted text and replaced the piano postlude by three stanzas of Schubert's "Punschlied" (D. 277) with a new text by Leopold von Sonnleithner.
1 omitted by Schubert2 misprinted, correctly "Thurms"
3 Schubert: von"
4 Schubert: "schüttelt'"
5 Schubert: "düstre"
6 omitted by Schubert
7 Schubert: "Luftbild und"
8 Schubert: "selber bist"
9 Schubert: "den Blick"
10 omitted by Schubert
11 Schubert: "deiner" [sic!]
12 Schubert: "Begegn'"
13 Schubert: "Nein nein"
14 Schubert: "Wunde" [sic!]
15 Schubert: "Steine"
16 Schubert: "meine Wuth, meine"
17 Schubert: "zuckte"
18 omitted by Schubert
19 Schubert: "rückt'" 20 Schubert: "kehrt'"
Authorship:
- by Edmund von Harold, Baron (1737 - 1808), no title, first published 1775 [author's text checked 1 time against a primary source]
Based on:
- a text in English by James Macpherson (pretending to translate "Ossian") (1736 - 1796), no title, appears in Carric-Thura , first published 1762-63
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Franz Peter Schubert (1797 - 1828), "Loda's Gespenst", D 150 (1816), published 1830 [ voice, piano ] [sung text checked 1 time]
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- CAT Catalan (Català) (Salvador Pila) , subtitle: "El fantasma de Loda", copyright © 2017, (re)printed on this website with kind permission
- DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , "Loda's spookverschijning", copyright © 2009, (re)printed on this website with kind permission
- FRE French (Français) (Guy Laffaille) , "Le fantôme de Loda", copyright © 2010, (re)printed on this website with kind permission
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Peter Rastl [Guest Editor]
This text was added to the website: 2003-11-05
Line count: 90
Word count: 556
De bleke, koude maan verhief zich in 't oosten. De slaap daald' op de jeugdige krijgers, Hun blauwe helmen glimmen in 't licht, Het stervende kampvuur dooft uit. De slaap echter rustte niet op de koning: Hij verhief1 zich te midden van zijn wapens, En klom langzaam de heuvel omhoog, Om de vlam van de toren van Sarno te zien2. De vlam was zwakjes en ver; De maan verborg in 't oosten haar rode gezicht; Er stoof een windvlaag de heuvelflank af, Hoog op haar vleugels zat Loda's fantoom. Het kwam naar zijn domein toe, omringd door zijn vampieren, En zwaaide met zijn duistere speer, Diep in zijn donker gezicht gloeien zijn ogen als vlammen, En zijn stem gelijkt een verre donder. Fingal stiet zijn speer in de nacht En riep met zijn machtige stem uit: Trek je terug, jij nachtzoon, Roep weg je winden en vlucht! Waarom verschijn je voor mij Met je beschaduwde wapens? Vrees ik soms jouw duister spookbeeld, Jij geest van d' aak'lige Loda? Zwak is je schild, Krachtloos je luchtschim en je zwaard; De stormwind rolt ze tezamen, En jij zelf ook bent verloren: Vlucht uit mijn ogen, jij nachtzoon! Roep weg je winden en vlucht! Met holle grafstem berichtte de geest: Wil jij uit mijn domein mij verjagen? Voor mij buigt zich het volk; Ik keer de kans op 't slagveld der dapperen. Op volk'ren werp ik mijn blik En zij verdwijnen. Mijn adem verbreidt pest en dood. Op de rug van de winden schiet ik vooruit, Verschijnt mijn gezicht, dan brullen orkanen. Echter, mijn troon is boven de wolken, Aangenaam de landouwen van mijn rust! Bewoon maar je aangename landouwen, zei toen de koning, Vergeet de door Comhal verwekte! Richt ik soms mijn schreden vanuit mijn heuvels Naar jouw zo vredige vlakte omhoog? Begroet ik jou ook met een speer Daar op je vliegwolk, jij geest van d' aak'lige Loda? Waarom rimpel je dan zo je voorhoofd naar mij? Waarom zwaai je zo boos je lichtzwevende speer? Je rimpelt je voorhoofd onnodig: Nooit vlood ik voor de sterken in de krijg. En zullen de zonen van de wind De koning van Morven verschrikken? Neen, neen, hij kent de zwakte van hun wapens! Smeer hem naar je land, zo siste het spookbeeld, Neem de winden en vlucht! Ik houd de winden in de holte van mijn hand, Ik bepaal het stormgebied. De koning van Sora is mijn zoon, Hij buigt zich voor de steenrots van mijn kracht. Zijn heir omsluit Carric-Thura, En hij zal winnen! Smeer hem naar je land, jij erfzoon van Comhal, Of ervaar straks zwaar mijn toorn, hoe mijn toorn je verzengt! Hij hief nu zijn donkere speer in de hoogte, Hij leunde voorwaarts met zijn vrees'lijke lengte. Fingal trad hem nu tegen en trok snel zijn zwaard. De flitsende streep van staal doorsneed de sinist're geest. Het spookbeeld verdween, vervliegend in lucht, Gelijk een pijler van rook, Die door de staf van de knaap wordt verstoord, Als hij uit het dovende smidsvuur opstijgt. Luid kreet Loda's fantoom, toen het, In zichzelf gerold, op de wind zich verhief. Inistore beeft van 't geluid, In de diepte hoorden 't de golven, Zij stonden van schrik stil, in hun stromen plots gestuit. De vrienden van Fingal sprongen plots'ling omhoog, Zij grepen hun vervaarlijke speren. Zij misten de koning; Toornig sprongen zij op, Al hun wapens weerklonken! De maan klimt in 't oosten omhoog. Fingal keert met klinkende wapens terug. Groot was de blijdschap der knapen, Hun ziel werd rustig, als de zee na de storm. Ulin begon het vreugdegezang; De Inistoorse heuvels, zij juichten. Hoog steeg de vlam van het eiken, Heldenverhalen werden verteld.
1 Hij verhief: te zingen op twee achtsten en een halve noot
2 In de recitatieven van dit lied volgt de vertaling de Duitse tekst niet altijd lettergreep voor lettergreep; de uitvoerende dient dan op basis van Schuberts akkoorden zelf de accentplaatsen en het woordenritme te bepalen.
Authorship:
- Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2009 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com
If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
Based on:
- a text in German (Deutsch) by Edmund von Harold, Baron (1737 - 1808), no title, first published 1775
Based on:
- a text in English by James Macpherson (pretending to translate "Ossian") (1736 - 1796), no title, appears in Carric-Thura , first published 1762-63
This text was added to the website: 2009-10-30
Line count: 90
Word count: 611