Blindenklage
Language: German (Deutsch)
Available translation(s): CAT DUT ENG FRE
Wenn ich dich frage, dem das Leben blüht:
O sage mir, sage wie das Mohnfeld glüht!
Das rote Mohnfeld, wie es jauchzt und lacht:
Tot ist mein Pfad und ewig meine Nacht.
Wohl manch ein Unglück schlägt den Menschen schwer;
Wer so viel trägt, kennt keinen Jammer mehr.
Die sonnenhellen Fluren wankt er blind
Und tappt nach Spuren, die verschüttet sind.
Ich träume Sonnen, strecke weit die Hand,
Ich möchte greifen durch die dunkle Wand,
Ich möchte fassen durch der Schatten Schicht
In roten Mohn und strahlend goldnes Licht.
Aus alten Zeiten zuckt ein Schimmer nach,
In toten Augen blieb die Sehnsucht wach
Und wissend von der Herrlichkeit des Lichts.
So ganz enterbt geh ich durch Nacht und Nichts.
Ob Freud, ob Leid begegnet meinen Wegen,
Tot ist mein Fluch, und tot ist auch mein Segen.
Authorship:
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- CAT Catalan (Català) (Salvador Pila) , "Plany d’un cec", copyright © 2019, (re)printed on this website with kind permission
- DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , "Klacht van een blinde", copyright © 2018, (re)printed on this website with kind permission
- ENG English (Emily Ezust) , "Blind man's lament", copyright ©
- FRE French (Français) (Pierre Mathé) , "Complainte de l'aveugle", copyright © 2013, (re)printed on this website with kind permission
Researcher for this text: Emily Ezust [
Administrator]
This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 18
Word count: 136
Klacht van een blinde
Language: Dutch (Nederlands)  after the German (Deutsch)
Als ‘k u mag vragen, u wie ‘t leven bloeit:
De klaprozen, zeg mij hoe dat allemaal gloeit!
Die rode akker, hoe die juicht en lacht:
Dood is mijn pad en eeuwig is mijn nacht.
Wel heel wat rampspoed slaat de mensen neer;
Wie zo veel draagt weet niet te klagen meer.
Door zonbeschenen velden doolt hij blind
En tast naar sporen die hij niet meer vindt.
Ik droom van zonnen, strek ver uit mijn hand,
Ik zou graag grijpen door de donk’re wand,
Ik zou graag pakken door dat duister dicht
De rode bloem en ’t stralend gouden licht.
Uit oude tijden flitst nog flikkering,
In dode ogen leeft nog hunkering,
Nog wetend van het licht, de stralenpracht.
Totaal onterfd loop ik door lege nacht.
Of lief of leed zich aandient op mijn wegen,
Dood is mijn vloek en dood is ook mijn zegen.
Authorship:
Based on:
This text was added to the website: 2018-12-26
Line count: 18
Word count: 145