Hoe minzaam heeft uw koozend woord geklonken, Uw zilvren woord, maar ál te goed verstaan! 'k Zag in uw oog een glimlach en een traan, Blauw bloempje, waarin morgenparels blonken; Gij wijst mij naar de Moedermaagd, ik waan Mij in aanbidding voor haar weg-gezonken...... Daar voel ik me eindeloozen vreê geschonken: Ik zie naar háár - Mathilde, ú bid ik aan: Gij, die de Moeder mijner liefde zijt, Zijt Moeder Gods, want God is mij de Liefde: U zij mijn hart, mijn vlammend hart gewijd! Een kerk rijst allerwegen aan uw zij - O, deernisvolle ziel, die niemand griefde, O, mijn Madonna! bid, o, bid voor mij!
Uit één bron ; Bd. 1 : Toondichten
by Albert Kummer
Madonna
Authorship:
- by Jacques Fabrice Herman Perk (1859 - 1881), "Madonna", appears in Gedichten, in Mathilde. Een sonnettenkrans in vier boeken, in Boek I, no. 18 [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Set by by Albert Kummer , op. 8 [ voice and piano ], Amsterdam : Broekmans & Van PoppelConfirmed with Jacques Perk, Gedichten, (ed. Willem Kloos). Met illustraties van J.B. Heukelom. S.L. van Looy, Amsterdam 1914 (12de druk) p.63
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]