— This text is not currently
in the database but will be added
as soon as we obtain it. —
De Kinderen der Zee
Opera by Lodewijk Mortelmans (1868 - 1952)
Gebed van Stella
Authorship:
- by Raf Verhulst (1866 - 1941)
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Set by by Lodewijk Mortelmans (1868 - 1952), 1901-1905 [ soprano and piano ]Ivo’s Liefdelied
Subtitle: 6de toneel, eerste bedrijf
Ik heb alleen voor u, voor u geleefd! Mijn geest heeft trouw alleen uw beeld omzweefd: In blauwige uren als de manestralen De zee bepaarlen met hun zilvren kralen; En als de diep-azuren hemel lacht Met duizend ogen van den nacht. Ik heb alleen voor u, voor u geleefd. Mijn beeld heeft trouw alleen uw beeld omzweefd: In purperen uren als uit gloeiende wonden De kim laat vliên het goud der avondstonden; In rozige ochtenduren, teer en zacht, Aan u, aan u alleen, mijn lief, heb ik gedacht!
Authorship:
- by Raf Verhulst (1866 - 1941), appears in De kinderen van de zee, first published 1900 [author's text not yet checked against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Set by by Lodewijk Mortelmans (1868 - 1952), subtitle: "6de toneel, eerste bedrijf", 1918, first performed 1920 [ voice and orchestra ]Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
Liefdesduet Ivo‑Stella
Ivo (mijmerend) ’t Was avond toen mijn broeder henen toog, Een lichte bries in zijne zeilen vloog, En vreugdig van aan ’t duistrend strand Wuifde ik het afscheid met mijn hand. Zo stil een zee, een lucht zo zuiver! Mijn broeder juichte blijgezind. Zijn boot met toppezeil en kluiver, Ging lustig voor den wind! Hij zou niet keren, ach! Niet zien den blijden lach Van ‘t onnozel wicht Dat onbewust te spartlen ligt Aan moeders saamgeprangde borst; (Ivo weent) Met hem die was mijn eigen bloed, Verging de droom van gans mijn leven (twijfelend) Of heeft soms Bert voor mij geboet, Is ’t lot der Mariëns nu geheven? (Stella begeeft zich naar de bidbank van het O.L.V. beeld, waar zij bidt) Star der zee, wier trouwe glans Ons voorlicht in den nood, Blijf vonklen aan d’onstuimen trans Wen dreigt gevaar of dood! O heldre star der zee! Die gloort voor ’t volk van ’t Vlaamse strand, Die leidt hun boot met eigen hand, O heldre star der zee! Geef laafnis aan mijn wee! Ivo O Stella mijn! O Stella zoet! Mijn licht nu steeds gelijk voordezen, Ik hoor een stem in mijn gemoed Die zegt dat gij verhoort zult wezen. Stella (treurig) Ach, Ivo, onze smart is groot, Ons heil leed schipbreuk op de baren, En waar ik meen ’t geluk t’ ontwaren, Daar boven grijnst de dood! (met begeestering en vurig) Ivo Al wat gebeurd is, heeft mijn liefde Nog dieper in mijn hart geheid. Stella Ik heb u lief, en niet mijn liefde. Ik heb ’t geluk vaarwel gezeid. Ivo Gelijk de lent na winterdagen, De hoop bij mij steeds openluikt Stella Wij zullen eeuwig ’t noodlot dragen. Ivo Neen, ’k voel, het noodlot is gefnuikt. Verhef uw hart, beur op uw zinnen, En wees als uwe liefde sterk en trouw. Stella Kon sterke trouw het noodlot overwinnen. Ivo Gij hebt mij lief, mijn bruid, Wees dan mijn vrouw, o Stella! Nog niemand heeft een liefde gekoesterd als de mijn. Mijn liefde zal het noodlot te sterk, te machtig zijn. Zij zal de wind doen krimpen, de golven kruipen doen, En ’t ongeweerte temmen in ’t felste van zijn woên. Stella Ik weet uw liefde is groot en goed Ivo Bert heeft voor mij geboet. Stella Mijn harte wenkt en weifelt. Ivo Gij aarzelt en gij twijfelt, ah! Kom in mijn armen, teêrgeliefde, o Stella mijn!
Authorship:
- by Raf Verhulst (1866 - 1941), appears in De kinderen van de zee, first published 1900 [author's text not yet checked against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Set by by Lodewijk Mortelmans (1868 - 1952), 1915, first performed 1920 [ tenor and soprano and orchestra ]Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
Ballade van de Zee
Een visser zal zijn ganse dagen Een trouwe liefde in ’t harte dragen, En wat hij eert en wat hij mint, ’t is eerst vooral een golvenkind. De barre ruggestreng der duinen Met hare heuvlen, hare woeste kruinen Zijn wellusthoven naar zijn oog. Op zee gevoelt hij zich als koning. De roeve is zijn zoetste woning. En boven hem het sterrendak En onder hem het deinend vlak. Zijn oog moet door de ruimte staren Tot waar de lucht rust op de baren. Geen zachter wiegelied dan ’t suizen der klopzee, klotsend aan de kluizen. Hij vliegt met zijn ontploken vlerken Op baren breed en hoog als kerken. Het zwellend zeil, het trekt en spant Dat kraakt het staand en lopend want. Met zeewind moet zijn borst gevuld, Met pekelwaai gezult. Stormgeloei of liefijk fuistren, Hij blijft getrouw haar stem beluistren! In lief en leed, in wel en wee. De zee alleen, alleen de zee !
Authorship:
- by Raf Verhulst (1866 - 1941), appears in De kinderen van de zee, first published 1900 [author's text not yet checked against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Set by by Lodewijk Mortelmans (1868 - 1952), 1915, first performed 1920 [ bass and orchestra ]Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
Afscheidsduet Ivo–Stella
Stella De lucht is dik en dijzig, De wilde golfslag jaagt en driest! De brullers stormen lijzig op ’t strand, Dat barnt en briest. O, moest nu Ivo zijn op zee, Hoe zou de vrees ons hart beknellen; ’k Ben onbekommerd noch gerust. De schaduw valt nu donker, droever, Op ’t buldrend vlak en op den oever Het witte schuim spat op de ree En bleek van woede rijst de zee! Ivo Mijn Stella lief, ik vind u hier Alleen in ’t vreeslijk stormgetier. En waar is moeder? Stella Hoe zorgzaam is een moeder, Ivo! Zij was bekommerd voor haar zoon, En ging juist zien of alles vaardig En veilig is ter torenwoon. Niets evenaart het hart der moeder. Ivo En mijne lieve vrouw? Mocht iemand ooit verwerven Een schat van liefde en trouw, Als dien ik mocht beërven Als d’allereerste band uw hand Snoerde aan mijn hand! Ik meende voor den echt Met gans mijn hart en zinnen Aan u te zijn gehecht. Ik voel nu dat daarbinnen De liefde van den man Nog sterker blaken kan! O Stella, die ik als maagd Meer lief had dan het leven, Nu gij het leven draagt En mij weldra een loot zult geven Van eigen bloed: Mij dubbel lief en zoet. Stella Ik draag uw leven in mijn schoot, Nu is mijn vreugde rein en groot. Maar Ivo wat zou ’t wezen moest gij nu zijn in zee? Ik zou ’t besterven van angst en vreze. Ivo Die angst heeft Bolton ons gespaard, Hij was hier veilig voor gevaren, Hij zwalpt nu op d’onstuime baren. Stella Hoor, hoe de roofster buldert en schudt haar wilde lokken En werpt het schuim met vlokken verwoed omhoog! Zie, hoe ze toomloos wentelt en steigert naar den hoge, Alsof ze u wilde grijpen en verslinden wou! Ach, mijn liefste man! Ivo ’k Moet voort, de kimmen grauwen. Stella Kom achteruit, ik sidder en ik gruw! Het monster hunkert snood naar u, En huilt en buldert dood! Ivo Ja, moest ik wezen nu op zee, ’k Zou denken, ’t is de laatste maal. ’k Moet weg en kan niet weg! Mijn allerliefste, zeg mij van te gaan! Wat valt het scheiden, mijn Stella, moeilijk voor ons beiden. Stella O blijf, en zeg mij nog een woord. Ivo O Stella, ’k moet voort! Stella O, blijf nog hier! Ivo Mij roept de plicht! Een kus! Nog één! ’k Stook dubbel deze nacht voor dubbel licht! Stella Hoe huilen nu de hoge baren! Hoe vaal en grauw ziet nu de zee! Dat woord: Moest ik wezen nu op zee, ’k Zou denken ’t is de laatste maal! (gejaagd) Mijn Ivo! Ivo! Wacht ik kom! Ik blijf bij u! ’k Ga mee met u! Keer wederom! Ach, hij is weg! Hoe is mijn hart bekneld, Hoe schroeft de angst mijn keel. Mijn Ivo! Mijn Ivo! O zee, uw wrede stemmen snerpen mij door het bange gemoed. Daar rijst het dodenveld, dat rustloos deinen doet Uw eeuwig wiss’lende terpen! Oh zee! Oh zee! Uw wrede stemmen snerpen mij door het bang gemoed!
Authorship:
- by Raf Verhulst (1866 - 1941), first published 1900 [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Set by by Lodewijk Mortelmans (1868 - 1952), 1915, first performed 1920 [ soprano and orchestra ]Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]