by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941)
Doode liefde
Language: Dutch (Nederlands)
Laat nu de doodsklok voor mijn Liefde luiden! Vlecht in haar lokken leliewitte rozen, Hecht aan haar boezem bloemen wélgekozen, Die weelde en leven, dood en rouw beduiden. Laat in haar hand den levensappel blozen, Strooi om haar peluw koele balsemkruiden. Geef háár den sluier en den dos der bruiden, Hul mij in 't zwart, de kleur der vreugdeloozen. Laat mij nog ééns die marmren lippen kussen! De priesters preevlen en de kaarsen branden... 't Is me of die kus mijn ziel in tweeën kliefde. O trouwe vriend, tracht niet mijn smart te sussen. Leg op mijn hoofd uw zegenende handen En laat mij weenen om mijn doode Liefde!
Confirmed with Hélène Swarth, Sneeuwvlokken, P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam 1888 p.134
Authorship:
- by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941), "Doode Liefde", appears in Sneeuwvlokken, in Sonnetten [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Florent (Flor) Alpaerts (1876 - 1954), "Doode liefde", 1899 [ voice and piano ] [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-05-02
Line count: 14
Word count: 109