by Albert Verwey (1865 - 1937)
Morgen
Language: Dutch (Nederlands)
o Droomen die den dag begint, Den dag bezint, Den dag bemint, Hoe zal ik ooit u loven. De landen liggen morgen-klaar, Mijn oog ziet nog geen zorgen daar, Geen troost hoef ik te borgen waar Die wast in 's harten hoven. De bergen blauwen in de vert, De stroomen blinken in de vlakt, De bloesemboom is wit-gesterd, Het dorp is rood- en blauw-gedakt. En menschen werkende op het land, En kindren buitlende naar school, Zijn overal en niemand bant Van 't hart den droom waarin ik dool. o Vogelstem die zingend trilt, En stijgt, en schalt ons boven 't hoofd, Hoe zijt gij mij gelijk, zoo wild, Zoo gansch uzelf, zoo onverdoofd.
Confirmed with Albert Verwey, De kristaltwijg W. Versluys, Amsterdam 1903 p.69
Authorship:
- by Albert Verwey (1865 - 1937), "Morgen", appears in De kristaltwijg, in 2. Herboorte [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Hugo Kauder (1888 - 1972), "Morgen", copyright © 1939 [ voice and piano ], from Twaalf gedichten, no. 4, Santpoort : Mees [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-04-17
Line count: 20
Word count: 113