Haasje op het lopen stelde bei haar voetjes vlug, zo gauw, dat ze met haar zolen nauw kreukte 't kruidje van het velde, dat gelaên was met de dauw. Denk hoe 't binnenst van haar ziele was van vrees in zware smart: Gerard was haar op haar hielen, Willem lag haar in haar hart.
Veltdeuntjes
Song Cycle by Bernard Van den Sigtenhorst-Meyer (1888 - 1953), as Bernard van den Sigtenhorst-Meyer
1. Haesjen  [sung text not yet checked]
Text Authorship:
- by Pieter Corneliszoon Hooft (1581 - 1647), no title, written 1611?, appears in Velddeuntjes
Go to the general single-text view
Confirmed with P.C. Hooft Liederen en gedichten (ed. Johan Koppenol) Athenaeum / Polak & Van Gennep, Amsterdam 2004
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
2. Valckenoochje  [sung text not yet checked]
Valkenoogje zat en loerde achter 't riet met smalle blaên, en zij zag de handel aan die haar vrijer Boksvoet voerde, die niet ver was daarvandaan. ‘Pottert,’ riep haar helle keeltje, ‘hoort uw hart alleen dan mij?’ Want hij armde haar gespeeltje. Die keek bril en af droop hij.
Text Authorship:
- by Pieter Corneliszoon Hooft (1581 - 1647), no title, written 1611?, appears in Velddeuntjes
Go to the general single-text view
Confirmed with P.C. Hooft Liederen en gedichten (ed. Johan Koppenol) Athenaeum / Polak & Van Gennep, Amsterdam 2004
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
3. Swaentjen  [sung text not yet checked]
Zwaantje, die haar hartenwee aan haar lief niet dorst verklaren, zat en klaagde 't aan de baren op de oever van de zee: ‘Straf is hij, en bitser mee, dan de noordewind te vijnen, koeler dan de watervliet, spitser dan het droge riet, schoner dan de zonneschijnen.’
Text Authorship:
- by Pieter Corneliszoon Hooft (1581 - 1647), no title, written 1611?, appears in Velddeuntjes
Go to the general single-text view
Confirmed with P.C. Hooft Liederen en gedichten (ed. Johan Koppenol). Athenaeum / Polak & Van Gennep, Amsterdam 2004
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
4. Eerrijckjen  [sung text not yet checked]
Eerrijkje zat onbeladen sluimerlog in 't grasje bol, waar haar schaapjes wit van wol hunne honger graag verzaden. Bloemerd wierp met rozenbladen in haar aanzicht, nek en krop. Haar gelaat begon te strangen: hij, gedienstig, van haar wangen las ze met zijn lippen op.
Text Authorship:
- by Pieter Corneliszoon Hooft (1581 - 1647), no title, written 1611?, appears in Velddeuntjes
Go to the general single-text view
Confirmed with P.C. Hooft Liederen en gedichten(ed. Johan Koppenol). Athenaeum / Polak & Van Gennep, Amsterdam 2004
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
5. Claere  [sung text not yet checked]
Clare zal een kransje maken. Als zij hutselt om het kruid, huppelt daar een vorsje uit. Zij besterft als linnenlaken. Eelhart vliegt er bij en spuit snorrend sap uit wijngaardbezen in haar aanzicht, en onthaakt al haar kraag tot op het naakt: daarmee was ze straks genezen.
Text Authorship:
- by Pieter Corneliszoon Hooft (1581 - 1647), no title, written 1611?, appears in Velddeuntjes
Go to the general single-text view
Confirmed with P.C. Hooft, Liederen en gedichten (ed. Johan Koppenol). Athenaeum / Polak & Van Gennep, Amsterdam 2004
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]