Een sterrennacht op de wereld geworpen, In sneeuw begraven door den wind, Houthakkers brachten naar hun verre dorpen Als een gevonden schat het sterrenkind. Zij dachten hun vrouwen gelukkig te maken Omdat zijn mantel van zilver was, Maar zij moesten hem voeden en bij hem waken Als was hij een kind van hun eigen ras. Den mantel konden zij niet verkoopen, Geen zilversmid geloofde er aan; De pope wou den vondeling niet doopen, Dat heidenkind gevallen van de maan. Geen timmerman wilde hem laten werken, Dien teeren prins, wat had men er aan? De kosters joegen hem uit hun kerken, Het heidenkind dat peinzend stil bleef staan. En op een nacht is hij weer verdwenen; Het dorp telde vele kindren minder, Terwijl opeens veel meer sterren schenen. Het was zeven jaar geleden. En weer winter.
Drie liederen
Song Cycle by Hugo Godron (1900 - 1971)
1. Sterrenkind  [sung text not yet checked]
Language: Dutch (Nederlands)
Text Authorship:
- by Jan Jacob Slauerhoff (1898 - 1936), "Sterrenkind", first published 1938
Go to the general single-text view
Confirmed with J.J. Slauerhof Verzamelde gedichten. Deel 1 A.A.M. Stols, Den Haag 1947 (tweede druk) P. 239
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
2. Voor de verre prinses
Language: Dutch (Nederlands)
Wij komen nooit meer saam: De wereld drong zich tussenbeide, Soms staan wij beiden 's nachts aan 't raam, Maar andre sterren zien we in andre tijden. Uw land is zoo ver van mijn land verwijderd: Van licht tot verste duisternis - dat ik Op vleuglen van verlangen rustloos reizend, U zou begroeten met mijn stervenssnik. Maar als het waar is dat door groote droomen Het zwaarst verlangen over wordt gebracht Tot op de verste ster: dan zal ik komen, Dan zal ik komen, iedren nacht.
Text Authorship:
- by Jan Jacob Slauerhoff (1898 - 1936)
See other settings of this text.
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]3. De schalmei
Language: Dutch (Nederlands)
Zeven zonen had moeder: Allen heetten Peter, Behalve Wankja die Iwan heette. Allen konden werken: Een was geitenhoeder, Een vlocht sandalen, Een zelfs bouwde kerken, Maar Iwan die Wankja heette Wilde niet werken. Op een steen in de zon gezeten Bespeelde hij zijn schalmei. O mijn lieve, Mijn lustige, Laat mij spelen. In de schaduw van mijn Korte rustige vallei Laat anderen werken Sandalen maken of kerken. Wankja heeft genoeg aan zijn schalmei.
Text Authorship:
- by Jan Jacob Slauerhoff (1898 - 1936)
See other settings of this text.
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]Total word count: 293