LiederNet logo

CONTENTS

×
  • Home | Introduction
  • Composers (20,103)
  • Text Authors (19,448)
  • Go to a Random Text
  • What’s New
  • A Small Tour
  • FAQ & Links
  • Donors
  • DONATE

UTILITIES

  • Search Everything
  • Search by Surname
  • Search by Title or First Line
  • Search by Year
  • Search by Collection

CREDITS

  • Emily Ezust
  • Contributors (1,114)
  • Contact Information
  • Bibliography

  • Copyright Statement
  • Privacy Policy

Follow us on Facebook

Difference(s) between text #90841 and text #90836

Go to the Instructions

1Mária Lécina loopt te zwieren
2in groene zijde en zwart satijn
3met vogels en rozen en anjelieren
4en een doek zo wit als de maneschijn
5¿Porqué, Mária?
6
7Mária Lécina loopt te pralen
8met zeven snoeren bloedkoraal
9die kan Mária Lécina betalen,
10haar mond is rood als een bloedkoraal
11¿Porqué, Mária?
12
13Mária Lécina heeft een waaier
14daar staan al de sterren ter wereld op
15Geen sterveling komt er voorbij die waaier
16of de zon en de maan gaan voor hem op
17¿Porqué, Mária?
18
19Mária Lécina heeft lichte ogen
20daar staan groene stortzeeën in,
21dat diepe water is betoverd
22daar schijnt de hel en de hemel in
23¿Porqué, Mária?
24
25Mária Lécina draagt tussen haar borsten
26een zilver kruis met een diamant
27En er is geen kruis dat zo wordt gedragen
28langs de hele Spaanse waterkant
29¿Porqué, Mária?
30
31Er liep een zeeman langs de kade,
32die zeeman raakte van de wijs
33's Nachts stond hij nog in de groene stortzeeën
34en 's ochtends zag hij het paradijs
35¿Porqué, Mária?
36
37's Nachts hoorde hij de boeien brullen
38in de mist voor Terrafugeia
39En 's morgens vroeg liep hij onder de palmen
40en hij zag Mária Lécina
41¿Porqué, Mária?
42
43Mária Lécina was te kopen
44voor twintig zilveren peseta,
45maar zij sloot een zeeman haar kamer open
46voor een lied op Mária Lécina
47¿Porqué, Mária?
48
49Zij zei ze was nog maar achttien jaren
50en zij heette Mária Pepita
51Maar zij kon haar eer niet lang bewaren,
52Mária Pepita Lécina
53¿Porqué, Mária?
54
55Mária vroeg hem of hij wou slapen
56voor twintig zilveren peseta?
57- Ik zal twintig peset aan de armen geven
58maar geen cent aan Mária Lécina
59¿Porqué, Mária?
60
61- Mária Lécina geef ik geen aalmoes
62en het is te veel voor Pepita
63- E! - zei toen Mária Pepita Lécina
64- betaal dan te veel voor Pepita!
65¿Porqué, Mária?
66
67- Te veel voor niets en te weinig voor alles...
68- E! -hij zegt voor niets! - zei Pepita
69- Je zal me eerst morgen vroeg betalen,
70als het niets is, niets! - zei Pepita
71¿Porqué, Mária?
72
73- Mijn hart wil niets of mijn hart wil alles,
74Mária Pepita Lécina
75En wat een hart wil kan geen goud betalen
76- Dat is waar- zei Mária Lécina
77¿Porqué, Mária?
78
79- Daarom wil ik niet met zilver betalen
80Mijn hart wil Mária Lécina
81- Je mag mij met je hart betalen
82Wat betaalt je hart? - zei Mária
83¿Porqué, Mária?
84
85- Een koning kan met goud betalen,
86met zilver betalen kan iedereen
87Ik zal je met een nieuw lied betalen,
88dat kan een zeeman maar alleen
89¿Porqué, Mária?
90
91Toen keek Mária hem in zijn ogen
92en zij had geen glimlach meer om haar mond
93- Hoe zal het lied zijn op mijn ogen?
94Zeg eerst hoe of het lied begint
95¿Porqué, Mária?
96
97- De zon schijnt in de groene stortzeeën
98voor Vigo en Villajoyosa
99Maar liever wil ik de maan zien schijnen
100in de groene ogen van Mária
101¿Porqué, Mária?
102
103Toen gaf ze hem haar beide handen
104Een zilver kruis schittert van een zucht
105- Hoe zal het lied zijn op mijn handen?
106Een zilver kruis schittert snel en licht.
107¿Porqué, Mária?
108
109- Aan haar vingers blinken kleine hemels
110in iedere hemel een witte maan
111Maar liever zie ik aan twee kleine voeten
112tien witte manen ondergaan.
113¿Porqué, Mária?
114
115- Zeg nu wat je ziet met je ogen gesloten
116zei Mária Pepita Lécina
117- Zeg wat je ziet als je mij niet zien zult,
118want zo is het weldra - zei Mária
119¿Porqué, Mária?
120
121- De wilde Spaanse rozen bloeien
122ik zie vijf malen een rode knop
123Twee lichte bloeien aan Mária's oren
124Twee donkere knoppen staan rechtop
125¿Porqué, Mária?
126
127Mária Lécina, voor vijf rozen
128geef ik een lied op Mária
129- Het is goed, ik zal je vijf rozen geven
130zei Mária Pepita Lécina
131¿Porqué, Mária?
132
133- Maar je zal mij een maaltijd met wijn betalen
134voor de roos in mijn haar - zei Pepita
135- En de armen kan ik zelf betalen
136al ben ik niet rijk - zei Mária
137¿Porqué, Mária?
138
139- Een vrouw gaat snel haar hart vergeten
140in Cadiz, Huelva en Granada
141Maar van mijn schoonheid mag ieder weten
142Voel, hier klopt mijn hart nog - zei Mária
143¿Porqué, Mária?
144
145- Mária Lécina kan niet lezen,
146dan haar naam, die is Mária Lécina
147En daarom moet het een nieuw lied wezen,
148met mijn naam als refrein - zei Mária
149¿Porqué, Mária?
150
151- En het moet in gedrukte letters wezen
152en er moeten honderd coupletten zijn
153en het moet in eerbare woorden wezen
154en het moet tweestemmig te zingen zijn
155¿Porqué, Mária?
156
157- Er mag geen vrouw in staan te lezen
158dan Mária Pepita Lécina
159En er mogen geen kleuren en geuren in wezen
160dan je aan mij zult vinden - zei Pepita
161¿Porqué, Mária?
162
163- Er zal van geen andere vrouw staan te lezen
164dan Mária Pepita Lécina
165En het zal groen en donkerrood wezen
166en vuur en zwart, als Mária
167¿Porqué, Mária?
168
169- Het zal groen en blauw als de Spaanse zee wezen,
170goud als de nachten van Granada
171Het zal zwart en wit als de zeezwaluw wezen
172en grauw als de rotsen van Negreiga
173¿Porqué, Mária?
174
175- Het zal geuren als de bloemen van Spanje
176rozen, anjelieren en reseda,
177als de hete thijm en het wilde oranje
178rotsbloemetje bij Valencia
179¿Porqué, Mária?
180
181Mária Lécina stak haar lippen
182in de rode wijn van Valencia
183Hij dronk de wijn van Mária's lippen
184- Het lied is begonnen - zei Pepita
185¿Porqué, Mária?
186
187Zij hadden samen de wijn gedronken,
188toen zei Mária Pepita Lécina
189- Wie geeft wat hij heeft, heeft Gods gave geschonken -
190en zij gaf hem Mária Lécina
191¿Porqué, Mária?
192
193De bergen zijn heet bij Cartagena
194en de dalen zacht bij Ayora
195Maar heter en zachter dan bergen en dalen
196is Mária Pepita Lécina
197¿Porqué, Mária?
198
199Honderd klokken van Londen doen Londen bonzen
200en vier kathedralen Genua
201Maar geen brons kan zo in het donker bonzen
202als het hart van Mária Lécina
203¿Porqué, Mária?
204
205Toen sloeg zij voor hem haar witte doek open,
206Mária Pepita Lécina
207- God weet hoe ik mij ga verkopen!
208God zij mij genadig - bad Mária
209¿Porqué, Mária?
210
211Toen de zeeman haar zo Gods naam hoorde spreken
212Voer hem de doodskou in zijn keel
213Hij had nog nooit Gods naam horen spreken
214als op die dag in dat bordeel
215¿Porqué, Mária?
216
217En toen Mária de zeeman zag
218Voer haar de doodskou in haar keel
219Want zij had nog nooit haar hart voelen kloppen
220als op die dag in dat bordeel
221¿Porqué, Mária?
222
223Toen sloeg zij haar witte bedsprei open
224- Wees mijn gast - zei Mária Lécina
225En zij haakte haar zwart satijn keurslijf open
226- Eet het hart uit mijn lichaam - zei Pepita
227¿Porqué, Mária?
228
229De witte zeehavik stort in zee neer
230uit de witte wolken voor Corsica,
231zo als de wilde zeehavik in zee stort
232omhelst Mária Lécina
233¿Porqué, Mária?
234
235De zwarte zeezwaluw scheert de zeeën
236in de stille baai van Averia
237zo zacht als de zwarte zeezwaluw de zee scheert
238zo omhelst Mária Lécina
239¿Porqué, Mária?
240
241En toen hij weer naakt lag, en zij lag naast hem
242zei Mária Pepita Lécina
243- God zegen je zoals je moeder je maakte
244God zij gezegend - zei Mária
245¿Porqué, Mária?
246
247En toen zij weer naakt lag en hij lag naast haar
248zei hij tegen Mária Lécina
249- God zegen je van je hoofd tot je voeten
250God zegen je, Mária Lécina
251¿Porqué, Mária?
252
253Zo scheen de zon zijn vele uren
254op Mária Pepita Lécina
255Toen steeg de maan boven witte muren
256- Laat het lied nog duren -zei Mária
257¿Porqué, Mária?
258
259Zo scheen de maan haar vele uren
260op Mária Pepita Lécina
261Toen daalde de maan achter witte muren
262- Laat het lied nog duren - zei Mária
263¿Porqué, Mária?
264
265Maar toen in de ogen van Mária
266het eerste licht van de morgen scheen,
267toen sloot Mária Lécina haar ogen
268en zij sloeg haar armen om hem heen.
269¿Porqué, Mária?
270
271Zij rees van hem op als een glanzend boegbeeld
272het zweet stond haar op iedere borst
273Toen vroeg hij Mária Lécina
274of zij haar ogen niet openen dorst?
275¿Porqué, Mária?
276
277Zij boog weg van zijn borst als een glanzend boegbeeld
278Mária Pepita Lécina
279- Ik ben bang voor liefde - zei Pepita
280Ga weg van mij - zei Mária
281¿Porqué, Mária?
282
283Nooit heeft een boegbeeld de zee verlaten
284tenzij de eeuwigheid, tenzij de dood
285Zomin liet hij Mária Lécina
286Zij was steenkoud als van de dood.
287¿Porqué, Mária?
288
289Zij stortte neder in zijn armen
290Het kruis sloeg tussen hun beider borst
291Het sloeg neer met hen in een donkere stortzee
292Geen die de ander aanzien dorst
293¿Porqué, Mária?
294
295Menig boegbeeld heb ik wit schuim zien ploegen
296In Noordzee en blauwe Adria
297God heeft mij de eeuwigheid doen klieven
298aan de borsten van Mária Lécina
299¿Porqué, Mária?
300
301En zo hebben zij veel gesproken
302gelijk een man spreekt met een vrouw
303tot de tranen stonden in Pepita's oogen
304en de venstersteen blonk van morgendauw
305¿Porqué, Mária?
306
307De zeeman keek haar in haar ogen
308- Zijn dat tranen, Mária Lécina?
309Mária Lécina heeft niet gelogen
310- Zo eindigt het lied - zei Mária
311¿Porqué, Mária?
312
313De vissers slapen in zwarte sloepen
314op de duistere zee voor Catania
315Mária kwam op zijn borst liggen slapen
316Mária Pepita Lécina
317¿Porqué, Mária?
318
319Zij sliepen tot laat in de morgen
320toen was het helle zonneschijn
321en de rijkste man en vrouw van Spanje
322lagen achter een wit katoen bedgordijn
323¿Porqué, Mária?
324
325Toen schonk Mária hem helder waswater
326en zij waste ook Mária Pepita
327- Twee mensen die gelukkig slapen
328die ruiken als bloemen - zei Pepita
329¿Porqué, Mária?
330
331In haar doek met vogels en anjelieren
332knielde Mária voor haar klein zilver kruis
333En zij bad dat God hem op zee mocht sparen
334zij bad voor zijn veilige reis naar huis
335¿Porqué, Mária?
336
337- Wanneer ik niet liefheb wil ik sterven
338zong Mária Pepita Lécina
339- Wanneer ik liefheb vrees ik te sterven
340¿Porqué, Mária? - zong Pepita
341¿Porqué, Mária?
342
343Toen floot de stoomfluit in de haven
344- E! - zei Mária Pepita Lécina
345En de zeeman kon alleen maar zeggen
346- Adio Mária Lécina
347¿Porqué, Mária?
348
349Wanneer ik de sleutel had van het daglicht
350en de sleutels van de eeuwigheid,
351dan lag je gezicht nog naast mij in het donker
352en daar lag het voor alle eeuwigheid
353¿Porqué, Mária?
354
355- Maar de sleutel van mijn deur is versleten
356die past alleen nog op de hel
357Zet dat in je lied, ieder mag het weten
358't Is een lied van een hoer - zei zij - Vaarwel
359¿Porqué, Mária?
360
361Hij had afscheid genomen in Buenos Aires
362en vaarwel gezegd in Villajoyosa
363Maar nooit heeft hij een woord zo zacht gesproken
364als - Adio, Mária Lécina
365¿Porqué, Porqué?
366¿Porqué, Mária?
367
368---------------------------------------------
369
370De stenen zijn hard op een hete morgen
371in Cadiz, Huelva en Granada
372Hij zag een klein kind, dat liep zonder zorgen,
373O Mária Pepita Lécina
374¿Porqué, Mária?
375
376Nabij de haven is een bron water
377daar put men koud, op de hete ka
378Daar dronk hij diep het ijskoud water,
379Mária Pepita Lécina
380¿Porqué, Mária?
381
382Er liep een zeeman langs de kade
383's Nachts was hij in het paradijs
384en 's morgens liep hij de trap van de hel af
385en hij lag in zijn kooi als in het graf.
386¿Porqué, Mária?
387
388En 's nachts ter wacht trok de zwaluw over
389van Noord naar Zuid, over Ibiza
390een lichte wolk over kaap Aguila
391een donkere wolk boven Afrika.
392¿Porqué, Mária?
393
394De bergen zijn heet bij Cartagena
395en de dalen zacht bij Ayora
396Maar heter en zachter dan bergen en dalen
397is Mária Pepita Lécina
398¿Porqué, Mária?
399
400Mária Lécina is te kopen
401voor twintig zilveren peseta
402in Madrid, Barcelona, Ceuta, Sevilla
403in Cadiz, Huelva en Granada
404¿Porqué, Mária?
405
406Hij stond het lied in het donker te zingen
407op de brug op de ree voor Valencia
408En de stuurman wou weten of dat een nieuw lied was
409Mária Pepita Lécina?
410¿Porqué, Mária?
411
412Het werd gedrukt voor twee zilveren guldens
413Hij pakte het in een zwart zeildoek pak
414Hij bond het dicht met fijn zeilgaren
415en hij lakte het met rood zegellak
416¿Porqué, Mária?
417
418Hij schreef er een moeilijke Spaanse brief bij
419aan Mária Pepita Lécina
420Dat dit het lied was met de honderd refreinen
421op Mária Pepita Lécina
422¿Porqué, Mária?
423
424Maar toen hij Mária's naam had geschreven
425voer hem de doodskou in zijn keel
426Want hij was de naam van de haven vergeten
427en de naam van de straat en het bordeel
428¿Porqué, Mária?
429
430De zeeman stond over de reling te kijken
431een maat op de ka, die sprak hem aan
432Die heeft hem de allerbeste groeten
433van Mária Lécina gedaan
434¿Porqué, Mária?
435
436Mária Pepita was te kopen
437voor twintig peseta, voor iedereen
438Voor hem alleen ging haar kamer open
439voor een lied, voor hèm alleen
440¿Porqué, Mária?
441
442Toen heeft die zeeman een brief geschreven
443daarin was twintig peseta
444Daarop stond te lezen: Mária Lécina
445te Cadiz, Huelva, of Granada.
446¿Porqué, Mária?
447
448Een rijk heer kan met goud betalen
449met zilver betalen kan iedereen
450Maar Mária Lécina zo betalen
451met een doodsteek, dat kan er maar een
452¿Porqué, Porqué?
453¿Porqué, Mária?
454
455---------------------------------------------
456
457Shanghai, Semarang, Stockholm, Nagasaki
458Curaçao, San José, Acajuicilla
459Overal gaat er een kamer open
460voor twintig zilveren peseta
461¿Porqué, Mária?
462
463Op een nacht dat de zeeman aan Spanje voorbijvoer
464klopte hij aan de kapiteinskajuit
465En de deur sprong open, maar er was niemand
466dan de dood, die keek een patrijspoort uit
467¿Porqué, Mária?
468
469En achter de dood was het helder groen water
470zo licht als de ogen van Mária
471De dood stond daar om uit te rusten
472want hij kwam van Mária Lécina
473¿Porqué, Mária?
474
475Wie in de hel zijn hart heeft verloren
476die kijkt de dood niet eens meer na
477Die is eeuwig verdoemd een lied te horen:
478Mária Pepita Lécina
479¿Porqué, Mária?
480
481Er staat een wit bed in iedere kamer
482daar slaapt men zo diep als in de dood
483Maar het geeft niet met wie men ook mag slapen
484het is nooit voorgoed, het is nooit de dood
485¿Porqué, Mária?
486
487En toen de zeeman langs Spanje terugvoer
488vroeg hij naar Mária Lécina,
489en niemand wist meer waar Pepita woonde
490te Cadiz, Huelva of Granada
491¿Porqué, Mária?
492
493Maar er was een witte doek aan komen drijven
494op de rotsen voor Valencia
495En men had de witte zeehavik zien kijven
496op de golven voor Villajoyosa
497¿Porqué, Mária?
498
499In alle havens hoorde hij zingen
500Mária Pepita Lécina
501En de zwarte zeezwaluwen scheerden de zeeën
502van Finisterre tot Negreiga
503¿Porqué, Porqué?
504¿Porqué, Mária?
505
506----------------------------------------
507
508In iedere kamer hangt een spiegel
509wanneer men zich te wassen staat
510Men ziet daarin een gezicht, en daarachter
511de dood die op iets te wachten staat
512¿Porqué, Mária?
513
514Maar er zong een engel aan Gods voeten
515hoog boven de rotsen van Corsica:
516God zal de zeeman wel vergeven
517want God vergaf Mária Lécina
518¿Porqué, Mária?
519
520Ja, God zal de zeeman wel vergeven
521gelijk hij Mária Lécina vergaf.
522Want Petrus zelf, staat er geschreven
523verloochende hem op zijn gang naar het graf
524¿Porqué, Mária?
525
526Er is geen vrede in een mensenleven
527niet in Cadiz, Huelva en Granada,
528wanneer hij niet afrekent met zijn leven
529Met Mária Pepita Lécina
530¿Porqué, Mária?
531
532En eens dat zij voor Averia lagen
533op een Zondagmorgen bij bladstil weer
534stond hij in een spiegelglad water te staren,
535zijn eigen ogen zagen hem weer
536¿Porqué, Mária?
537
538Toen hij zich zag in dat helder water
539- daar staat het water duizend vaam -
540zag hij achter zich in dat helder water
541een blinkende witte hemel staan
542¿Porqué, Mária?
543
544En toen hij daar zo stond te staren
545in de diepen hemel onder zee,
546kwam het water hem in zijn ogen schieten
547en daarvan rimpelde de zee
548¿Porqué, Mária?
549
550En eensklaps scheen in dat spiegelglad water
551diep onder zee voor Averia
552een schip door de witte wolken te varen
553met als boegbeeld Mária Lécina
554¿Porqué, Mária?
555
556En toen hij opkeek naar de hemel
557zag hij hoog boven Averia
558een schip door de witte wolken varen
559met als boegbeeld Mária Lécina
560¿Porqué, Mária?
561
562Geen mens kan in de hemel reiken
563Hij keek over het leeg water uit
564De kapitein was aan wal gevaren
565de statietrap, die hing nog uit
566¿Porqué, Mária?
567
568Hij ging de statietrap naar beneden
569de treden liepen tot onder zee
570De wolken spiegelden in het stil water
571Hij liep langzaam door tot onder zee
572¿Porqué, Mária?
573
574Hij gleed langzaam tussen de witte wolken,
575daar scheen een lichte stroom te staan
576Als 's nachts een visserssloep van Catania
577zo voelde hij die diepe deining gaan
578¿Porqué, Mária?
579
580In die diepe deining haalde hij adem
581in de wolken diep onder Averia
582Daar staat het water wel duizend vadem
583O Mária Pepita Lécina
584¿Porqué, Mária?
585
586En toen de statietrap weer vrij was
587kwam de dood uit de kapiteinskajuit
588Hij liep de trap van de brug naar beneden
589daar hing de statietrap nog uit
590
591Hij liep langzaam de statietrap naar beneden
592en keek over het leeg water uit
593Hij zag de hemel staan in het water
594Toen keek hij naar de hemel uit
595
596Hij zag een witte zeehavik storten
597uit duizend vaam lucht in duizend vaam zee
598De hemel spiegelde in het water
599Een witte zeehavik steeg op in zee
600
601Een witte zeehavik stort in het water
602Het water stort boven de dood omhoog
603Een witte zeehavik stort in het water
604Twee witte zeehaviken storten omhoog.
605
606Toen keek de dood naar de lichte hemel
607en hij rustte op die statietrap uit
608En de zwarte zeezwaluw scheerde de zeeën
609Hij keek over het leeg water uit.
610¿Porqué, Porqué?
611¿Porqué, Porqué?

Instructions

To select texts manually for this utility, click on the link at the top of each of the two texts you wish to compare, and then return to this page and reload it. The text ids are stored as cookies.

Gentle Reminder

This website began in 1995 as a personal project by Emily Ezust, who has been working on it full-time without a salary since 2008. Our research has never had any government or institutional funding, so if you found the information here useful, please consider making a donation. Your help is greatly appreciated!
–Emily Ezust, Founder

Donate

We use cookies for internal analytics and to earn much-needed advertising revenue. (Did you know you can help support us by turning off ad-blockers?) To learn more, see our Privacy Policy. To learn how to opt out of cookies, please visit this site.

I acknowledge the use of cookies

Contact
Copyright
Privacy

Copyright © 2025 The LiederNet Archive

Site redesign by Shawn Thuris