by Servaas Domien Daems (1838 - 1903)
Aan den nachtegaal
Language: Dutch (Nederlands)
De dagtoorts dooft haar glansen; Reeds daalt de stille nacht; De maan, in zuivre pracht, Rijst langzaam aan de transen. O Nachtegaal, als water vliet Door 't luistrend woud dijn drupplend lied! Gezeten onder 't loover, Op 't gras van 't groene dal, Bewondren wij 't getoover Van dijnen tonenval. Hoe stil! Geen blaadje ruischt er.... Reeds sluimert de Echo zelf; En 's hemels diep gewelf Prijkt met zijn sterrenluister. O Nachtegaal, als water vliet Door 't luistrend woud dijn drupplend lied; En 't juublen dijner zangen Heeft in dit nachtlijk uur Slechts ons om 't op te vangen, O Zanger der natuur.
Confirmed with Fr. S. Daems, Aan den nachtegaal, in: De Nieuwe Belgische Illustratie, Jaargang 2, Antwerpen: Henri Claes, 1885-1886, p. 321
Text Authorship:
- by Servaas Domien Daems (1838 - 1903), "Aan den nachtegaal" [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Macelina Seys-Dorchain (d. 1972), "Aan den nachtegaal" [ voice and piano ] [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2025-11-09
Line count: 20
Word count: 103