by
Cäsar Max Heigel (1783 - c1847)
Umringt vom mutherfüllten Heere
Language: German (Deutsch)
Available translation(s): DUT
Umringt von mutherfülltem Heere,
steht der Erobrer Göttern gleich,
das Schicksal winkt von seinem Speere
und unterwirft ihm jedes Reich.
Doch soll er nicht die Kunst verachten,
sie nicht zertrümmern schonungslos;
groß ist der Held im Sturm der Schlachten,
doch froh nur in der Musen Schoß.
Der Lorbeer grünt nicht nur dem Krieger,
er schmücket auch den Musensohn,
dem Sänger bietet wie dem Sieger,
das Kapitol den selben Lohn.
Die Poesie, bekränzt mit Rosen,
übt lächelnd ihre Allgewalt,
doch ach! Des Krieges wildes Tosen,
entwindet ihr die Herrschaft bald.
Drum wohl den seligen Gefilden,
wo in der heitern Gegenwart
das Starke schonend mit dem Milden,
das Hohe mit dem Schönen paart.
Wo an den glanzerfüllten Thronen
die Muse unter Helden steht,
da blüht das Glück der Nationen,
da herrscht die wahre Majestät.
Authorship:
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , "Omringd door ’n moed uitstralend leger", copyright © 2018, (re)printed on this website with kind permission
Researcher for this page: Lau Kanen
[Guest Editor] This text was added to the website: 2018-04-02
Line count: 24
Word count: 132
Omringd door ’n moed uitstralend leger
Language: Dutch (Nederlands)  after the German (Deutsch)
Omringd door ’n moed uitstralend leger
Staat de veroov’raar, god gelijk,
Het noodlot is zijn opdrachtgever
En onderwerpt hem ieder rijk.
Toch moet hij niet de kunst verachten,
Haar niet vermorzelen als schroot;
Groot is de held in ’t perk der machten,
Maar blij slechts in der Muzen schoot.
De lauw’ren sieren wel de held zeer,
Maar zeker ook de Muzenzoon,
De zanger krijgt zoals de veldheer
Van ’t Kapitool hetzelfde loon.
De poëzie, bekranst met rozen,
Toont minzaam haar enorme kracht,
Maar ach, het krijgsgewoel, het boze,
Berooft haar weer van al haar macht.
Dus heil de landen, de gewilde,
Waar nu in enthousiaste vaart
Het sterke zacht zich aan het milde,
Het hoge zich aan ‘t schone paart;
Waar bij de glanzenrijke tronen
De Muze tussen helden schrijdt:
Daar zal ’t geluk der volk’ren wonen,
Daar heerst de ware majesteit.
Authorship:
Based on:
This text was added to the website: 2018-04-02
Line count: 24
Word count: 142