by Willem Eduard Keuning (1887 - 1939), as Willem de Mérode
Zomeravond
Language: Dutch (Nederlands)
Naar bloemen ruikt de tuin en fruit, Het veld naar ’t versche hooi. Het volk komt traag de huizen uit. Het weer is stil en mooi. Ze zitten wippend met hun stoel Te praten voor de deur. Hun woorden gaan bedaard en koel Om ’t alledaagsch gebeur. En dikwijls is hun zwijgen zwaar En zegt hun knikken veel. Ze staren de avond in, en naar Het donker op den deel, Waar rammelend een koe zich roert Al schuddend met haar kop. Dan zijn hun oogen zacht ontroerd En moeizaam staan ze op. De jongens liggen sterk en moe In ’t gras en kijken fel. Ze lachen alle meisjes toe En fluiten driest en schel. Tot een harmonica hun wee Op zoete deunen stemt. Tevreden neuren allen mee, Bewogen en getemd. Dan gaan ze loom hun ouders na, De deuren klappen dicht. Het moede leven slaapt weldra. De hemel is nog licht.
Confirmed with gedichtendatabase.willemdemerode.nl/zomeravond-2
Text Authorship:
- by Willem Eduard Keuning (1887 - 1939), as Willem de Mérode, "Zomeravond", appears in Het Heilig Licht [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Johan Weegenhuise (b. 1910), "Zomeravond", 1960, from Vier liederen, no. 1 [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2024-10-25
Line count: 28
Word count: 151