by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899)
Lentegroen
Language: Dutch (Nederlands)
't Is lentegroen genoeg,
voor honderdduizend oogen;
eilaas, 'k en hebbe er ik,
o grondig groene zee,
maar twee:
wie kander moedeloos,
den dwang mij doen gedoogen
van 't geen mij tegenhoudt
nen tocht in al dat groen
te doen.
Gij vlerkendragend volk,
gij allerhand gezwinde
doorvliegers van de lucht,
de lieve lente lacht
zoo zacht;
en gij, gij vliegt haar in
't gemoet, bij lork en linde,
in 't nieuwgeboren gers,
in 't onkruid en in 't riet:
ik niet!
Gij bietjes ongeteld,
gij tienmaalhonderdduizend
in 't rood, in 't geel, in 't blauw
gepinte pepels, haait
en draait
en drentelt, op en neêr,
eer 't zonnelicht, verhuizend
van hier, u, 't lieve groen,
en mij, de moede nacht
ontkracht!
o Grondig groene zee,
'k ben visschende op de baren
van uwe oneindigheid
van groen, en mijn gewin
daarin
verheugt mijn arem herte:
om 't gene ik late varen,
om 't gene ik vangen kan,
en..... God gebenedijd
mij zijt!
Text Authorship:
- by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), "Lentegroen" [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Jozef Cuypers , "Lentegroen", 1959 [ voice and piano ] [sung text not yet checked]
- by Raymond Decancq , "Lentegroen", 1999 [sung text not yet checked]
- by Jan Van Landeghem (b. 1954), "Lentegroen" [sung text not yet checked]
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]
This text was added to the website: 2012-09-08
Line count: 40
Word count: 161