'k Heb in den groenen gaarde gedwaald den ganschen dag, waar ik zweefde en staarde 't botte alles wat ik zag. Aan ieder takje hong een knop bepereld met een morgendrop, in ' t licht der zon te beven.... Joch-hei ! « Wilt blide ende vroolic sijn ! » De Mei Vernieuwt het leven ! Flus ben ik heengetogen naar ' t woud, ' t herbloeiend woud : 'k Heb, wen de vogels vlogen, in ieder nest geschouwd. In elke woning, nog zoo klein, liggen thans eiers, rond en rein , waarrond de paarkens zweven... Joch-hei! « Wilt blide ende vroolic sijn ! » De Mei Vernieuwt het leven ! Gij bloemekens langs de hagen, ruischt voort, ruischt welgemoed, als woudt gij zoentjes vragen aan wind en zonnegloed. Gij lievekens, die des avonds laat zoo vaak langs ruischende hagen gaat, waakt op, niet thuis gebleven. Joch-hei ! « wilt blide ende vroolic sijn ! » De Mei Vernieuwt het leven !
Twee liederen , opus 27
by Ludwig Felix Willem Cornelis Brandts Buijs (1847 - 1917), as Ludwig Felix Brandts-Buys
4. Meilied  [sung text not yet checked]
Language: Dutch (Nederlands)
Text Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931), "Een dagelve zingt"
See other settings of this text.
Confirmed with Onze Vlaamsche dichters van 1830 tot 1905, Verzameld en uitg. door De Seyn-Verhougstraete, Boekhandelaar, 1905 p.434