Hei met de wolken zoo wit, drijvend zoo rein in den hoogen, 'k ga rustig van hart en van oogen, en bid. Heuv'len die liggen in rij, ver, ver, als goudgele banken, als duinen, ik weet nu weer klanken, nabij. Dag, zoo wijdwijd en zoo licht, gij gaaft het nimmer verwachte, teerblonde, hoogopen en zachte gezicht.
5 Liederen , opus 22
by Gerardus Hubertus Galenus von Brucken Fock (1859 - 1935)
1. Hei met de wolken zoo wit  [sung text not yet checked]
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Hei met de wolken zoo wit", appears in Johanneskind
See other settings of this text.
Confirmed with Joannes Reddingius, Johanneskind: gedichten, De Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1913 p.20
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Joost van der Linden [Guest Editor]
2. Schemerliedje  [sung text not yet checked]
Schemerliedje, tintel fijn, buiten zilvert maneschijn, buiten staan de boomen te droomen. Sterren beven in ’t fluweel, ijl-hoog suist muziekgespeel, ‘k sta te zien en luister, in ’t duister. Schemerliedje, tintel fijn, mocht ik met uw wijsje klein, geven stil verblijen wie lij’en…
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), appears in Johanneskind
See other settings of this text.
In: Joannes Reddingius, Johanneskind, Maatschappij voor goede en goedkoope Lectuur Amsterdam (de latere Wereld-Bibliotheek) 1907Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
3. Witte wijven dansen om en om  [sung text checked 1 time]
Witte wijven dansen om en om hoor het rhytme van het wilde zwieren en 't geprevel van hun formulieren, rond den heksenkom. Dwepend trilt muziek van fluit bij fluit van de loksters in het groen verscholen, met het wieglend klagen van violen wordend één geluid. Nevel-bleeke grijze dampen zijn zwevend langzaam langs de dennestammen. Vrouwen dansen bij der flakker-vlammen vurig-gulden schijn. Met een welgeheten hupeltred om en om zwiert de heele bende strak gespannen, lenig licht in 't wenden naar godinnen wet. Met een slingerende rinkeling tinken klokjes door de wilde schokken, magisch voort en almaar voortgetrokken zwiert de kring. Van de maan glijdt door den wolkendrom zilver licht, phantastisch blijven dansen witte wijven bij de pijnvuur-glansen, om en om en om.
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Witte wieven", appears in Johanneskind, first published 1907
Go to the single-text view
In: Joannes Reddingius, Johanneskind, Maatschappij voor goede en goedkoope Lectuur Amsterdam (de latere Wereld-Bibliotheek) 1907Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
4. Processie  [sung text not yet checked]
Mannen en vrouwen in hun zondags- kleeren komen van verre biddend langs de baan, Zij roepen luid de Maagd Maria aan, wetend dat zij een droevig lot kan keeren. Fel heet de zon brandt maar zij zal niet deren wie vastvertrouwend op de wonderdaån, door wilskracht sterk, aldoor in drommen gaan, preevlend de wijs om booze macht te weren. Zij gaan àl voort, trekkend naar 't vrome beeld, waar vóór in 't kerkje één enkel lichtje brandt, makend heel d'omtrek door zijn glorie rein. Zacht rijzend op een lieve errinn'ring speelt, hoe 'k eens nieuwsgierig, 't mutsjen in de hand, aansloop, om dat te zien, stout kindekijn. Een enkel kaarsje blijft vandaag maar branden voor 't zoet Maria-beeld dat de aandacht vraagt van wie met zachten tred te treden waagt, vouwend vreemd stil de roerelooze handen. In loutren praal glimlacht de Moedermaagd fijn-gouden schijn spelende strookt de wanden - hoe 't duister aansluipt aan de verste randen, lichtend zij staat die wilssterk Jezus draagt. O moeder van den knaap, die werd groot. man, die wist te sterven voor zijn ikheid, wetend dat Hem God-zelf ten droeven kruisdood dreef...... Gij wit zijn lot, maar spreekt er nimmer van en leed uw leven, U om Hem, vergetend dragen in het hart zijn bede "Heer vergeef..."
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), no title
Go to the single-text view
Confirmed with Boekenschouw voor godsdienst, wetenschap en kunst, Band 2 E. van der Vecht, 1907
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
5. In mijn stille kamer  [sung text not yet checked]
In mijn stille kamer, heen is de eenzaamheid, in mijn stille kamer, heb ik geschreid. In mijn stille kamer, lieveling, zie je dat licht? in mijn stille kamer, werd een gedicht. In mijn stille kamer, kind, gebenedijd, in mijn stille kamer, alles ik belijd.
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "In mijn stille kamer", appears in Johanneskind, no. 41
Go to the single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius, Johanneskind: gedichten, De Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1913 p.45
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Joost van der Linden [Guest Editor]