In 't heidekruid, in 't heidekruid daar zweven witte draden . . . . . . . . . .— The rest of this text is not
currently in the database but will be
added as soon as we obtain it. —
Liederen , opus 10
by Ferdinand Kloek (1887 - 1976)
1. In 't heidekruid
2. De regen ruischt  [sung text not yet checked]
De regen ruischt in zomernacht, ik ben zoo stil, zoo stil en zacht, omdat ik leed. Ik luister naar den regentik, hoor tik-tik-tik elk oogenblik en ik vergeet.... Vergeet al wat ik leed en dacht zoo menig stillen zomernacht, heel lang geleên. Nu zingt een teere stem in mij, het is voorbij, het is voorbij, voor eeuwig heen.... De regen ruischt, ik luister weer, de regen suist al zingend neer in drop bij drop, Hef, eenzaam kind, na langen nacht van stil verdriet en doffe klacht uw hoofd weer op!
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "De regen ruischt"
Go to the single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius, Gedichten, in: De Nieuwe Gids, Jaargang 26. Luctor et emergo, Den Haag 1911 p.566
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
3. Dat zijn de wilde violen  [sung text not yet checked]
Dat zijn de wilde violen, zij klagen zoo woest door het woud, dat zijn de wilde violen, zij maken mijn harte zoo oud. Zij klagen mij alle de nachten, breed-stormend weer zwelt hun gezang, zij klagen mij alle de nachten, zij maken mijn harte zoo bang. Dat zijn de wilde violen der geesten van woud en van lucht, dat zijn de wilde violen, ik luister in 't duister en zucht.
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Nachtmuziek", appears in Vergeten liedjes
See other settings of this text.
Confirmed with Joannes Reddingus, Liedjes, in: Vlaamsche Arbeid, Jaargang 4. Boekhandel Flandria, Antwerpen 1908 p.335
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
4. Wees stil en zacht  [sung text not yet checked]
Wees stil en zacht en kom vóór ' t open raam, ' t riviertje ruischt en glijdt voorbij de steenen aan onzen voet, door ' t manelicht beschenen, kom, liefste kom, en geef mij d'ouden naam. Zóó, hand in hand, genieten wij tezaam , en weten weer dat wonderschoon vereenen van ziel met ziel, de droefenis is henen, kom, liefste kom, en geef mij d'ouden naam. Gij leeft en hebt mij lief, en in de lucht blinken de sterren als uw oogen schoon, één weg van licht, dat tintelt heinde en veer. Ziet, verre sterren, vriendlijk op haar neer, die spreiden zal een leger in mijn woon, waar rusten zal, die niet het leven ducht.
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Wees stil en zacht"
Go to the single-text view
Confirmed with Pol de Mont, Verzen van noord- en zuid-nederlandsche dichters, 5e druk. W.E.J. Tjeenk Willink Zwolle 1918 p.269
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
5. Is dit een nacht?  [sung text checked 1 time]
Is dit een nacht, licht is het om ons henen mijn dunkt, mijn lief, wij leven in den dag ver in de tuin klinkt nachtegalenslag 't is mij zoo wèl, of 'k droevigblij moet weenen. Maar àl mijn teerheid tintelt in mijn lach àl wat mij maakte droef is nu verdwenen een nieuw geluk is in mij opgeschenen en ik geniet zoo stil als ik vermag 't Is nacht en dag en tijd van schooner leven wat is de schoon, ik wil U alles geven, en heel mijn leven neigt uw leven toe. Gij maakt mij sterk, die eenmaal was zoo moe. Wat is dat schoon, vereend met U te streven, 't is me of ik denkend, groote daden doe.
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), appears in Regenboog
See other settings of this text.
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]6. Lichtkind  [sung text not yet checked]
Vrij, vrij, en gij, schoon kind, zijt god'lijk waar en doet uw licht diep in mijn harte stroomen, dat beeft van eerbied; zag ik ooit in droomen een kind zoo schoon, zoo min'lijk en zoo klaar? En wijkt niet, als gij komt, alle gevaar, wordt alle last niet van mij weggenomen, wat is mij lief, dat wachten op uw komen, wanneer ik luistrend leef en luistrend staar. Ik ben zoo sterk, daar ik uw beeld mag dragen, licht in mijn ziel, in menig schoon tafreel, zoo dierbaar mij, dat schromend ik gewage Van àl dat heil, maar een in mij zegt: speel, en eer, al zingend, haar, die is geboren tot hoogen staat, lichtkind door God verkoren
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), no title, appears in Verzen
Go to the single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius, Verzen, in: De Nieuwe Gids Jaargang 26. Luctor et emergo, Den Haag 1911 p.231
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]