Laat de luiken geloken zijn wiege wiegele weine en de stilte onverbroken zijn wiege wiegele wee Wen het kindje gedogen wil moe en tevreeën, dat de blinkende oogen stil toe zijn gegleeën Dan zal komen de droomenvrouw zacht over de grond zij de vrome, die schromen zou zoo zij wakenden vond En zij zal in de langen nacht aan het hoofd zich vlijen met der droomen wufte vlinderpracht het kindje verblijen Het verhaal zal zij weer beginnen het angstig mooie en zij zal zich duizend keer bezinnen en het niet voltooien Laat de luiken geloken zijn wiege wiegele weine en de stilte onverbroken zijn wiege wiegele wei
Vijf liederen , opus 108
by Herman Mulder (1894 - 1989)
5. Laat de luiken geloken zijn
Language: Dutch (Nederlands)