Recitativo ’t Is middernacht, doch ’k moet nog waken. Ik dacht alleen te rust te gaan … Moest Vriezeman mij durven raken, ik stierf om ’t leed mij aangedaan. Hoe kan ik uit de burg geraken? Van ijs de wallen om mij heen. Moet ik de lente droef verzaken? Waar is de hoop?… Ik heb er geen. Aria O zonnebloem, gij zijt het beeld Van liefd’ en trouw, van hoop en leven, Zoals gij hier staat (zijt) afgebeeld Om u komt ’t lief verleden zweven. O zonnebloem. Gij waart het die mij ’s morgens teder Als page mijn de stralen dronk En ’s avonds weer uw blaadjes sloot, Herlevend met mijn eerste stralen. Kan winterkou u doen verkwijnen, Dan blijft uw beeld op dit tapijt, Zo kan de schoonheid nooit verdwijnen Tot gij weer straalt van zomerlicht. Dan zal ik ook vol jeugd en gloed De mens, de schepping, ’t al, omprangen, Doen blozen bleke meisjeswangen En kleuren met mijn stralenvloed. O zonnebloem, gij zijt het beeld Van liefd’ en trouw, van hoop en leven. Zoals gij hier zijt afgebeeld Komt ’t lief verleden om u zweven. O zonnebloem, gij zijt het beeld Van liefd’ en trouw, van hoop en leven.
Winternachtsdroom
Opera by (Julianus Marie) August De Boeck (1865 - 1937)
Recitativo and Aria Prinses Zonnestraal
Language: Dutch (Nederlands)
Text Authorship:
- by Léonce du Catillon (1869 - 1941), written 1902, appears in Winternachtsdroom [author's text not yet checked against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Set by (Julianus Marie) August De Boeck (1865 - 1937), 1902 [ soprano and orchestra ]Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
Total word count: 199