Ik ben van u zoo verre, ik waar bij u zoo graag, en zeide u alle de liefde die 'k in de ziele draag ! Ik fluisterde u in de ooren zoo geren een enkel woord ! -ik zong het reeds duizend keeren ! nog hebt gij ' t nooit gehoord ! Ik zong het aan de rozen wel bonderd, honderd maal ! Licht heeft het afgeluisterd de wilde nachtegaal ! O bloemen, stille bloemen, zeg heur dat woord toch niet ! Wie weet of zij niet spotte, niel lachte om mijn verdriet ! ...
3 liederen uit "Ophelia"
Song Cycle by Willem De Latin (1876 - 1942)
1. Ik ben van U zoo verre  [sung text not yet checked]
Language: Dutch (Nederlands)
Text Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931), no title, appears in Jongelingsleven, in Ophelia, no. 5
See other settings of this text.
Confirmed with Karel Maria Polydoor De Mont, Jongelingsleven, Robyns 1879 p.17
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
2. En zoo ge me zegded  [sung text not yet checked]
Language: Dutch (Nederlands)
En zoo ge me zegdet : « och staak dan toch uw zuchtende liefdelied ! Ga heen en kom hier nimmer weer ! » 'k Zou gaan, en zag u nimmer meer, maar toch , ' k vergat u niet ! En zoo ge me zegdet : « verscheur, verniet al wat ik eens u schreef ! al die bewijzen van vroegere trouw ! » 'k Zou ' t al vernieten , vol wee en rouw, maar dijn mijn hert toch bleef ! En zoo ge me zegdet : « ga heen van mij ! nen andren min ik thans ! tot zelf uw bijzijn doet mij smert ! » 'k Zou gaan, mijn kind , met gebroken hert, maar dijn toch bleef ik gansch ! En zoo ge me zegdet : « alleen uw naam te hooren doet me pijn ! vlucht heen naar ' t verste, ' t vreemste land ! ...» Och ! 'k zou gaan sterven op vreemde strand en stervend nog de uwe zijn !
Text Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931), no title, appears in Jongelingsleven, in Ophelia
Go to the general single-text view
Confirmed with Karel Maria Polydoor De Mont, Jongelingsleven, Robyns 1879, p.102
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
3. Het liefste lied dat ze immer zong  [sung text not yet checked]
Language: Dutch (Nederlands)
Het liefste lied dat ze immer zong, kwam mij door het herte spelen, 't Was laat in den nacht. De nevel hong, als een vool, op der hoving prieelen. Den ganschen dag reeds had ik gegaan om een lach van heur lippen te ontmoeten. Ik voelde mijn boezem brekend slaan, en bleef staan op wankelende voeten. Daar stond ik, van achter 't syringaloof, door de twijgen verborgen, te spieden.... hoe daar soms, langs de ruiten een schaduw schoof, om daadlik weer henen te vlieden.... Toen rees het op nieuw in mijn hert, heur lied! en ik zong het, met bevender stemme, nauw hoorbaar soms, versmacht door verdriet, dan luider, vol somberen klemme. Doch, toen aan het helderverlichte raam, heur beeld weêr verrees, voor een pooze, toen klonk van mijn lippen nog enkel heur naam... en ik weende, als een moederlooze!
Text Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931), no title, appears in Loreley
Go to the general single-text view
Confirmed with Pol de Mont, Loreley J.L. Beijers, Utrecht 1882 p.73
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
Total word count: 381