Nu kom ik elken nacht, Moeder, slapen bij u thuis: Geen afstand in den avond scheidt mij van uw liefdelichte huis. Voorgoed uit al Gods sterren ken ik de eigen moeder mijn: Daar is niets in de wijde heemlen als uw oogenschijn. Hoe vindt de schaamte mijner oogen, Moeder, u onveranderd schoon; Hoe bleeft gij trouw en goed, Moeder, voor den ontrouwen zoon! Ik slaap zooals een ongeboren kind zoû slapen in uw schoot, En drink uw koele donkre kracht in nachtelijken dood, En elken nieuwen morgen in het nieuwe licht Rijs ik op sterker vleuglen, Moeder, weg uit uw gezicht: Al ziel en vogel die zijn moêheid dichtst aan uw hart verslaat, Die stijgt en zingt het naast bij God met iedren dageraad. . . Zoo laat mij elken nacht, Moeder, slapen bij u thuis: Mij kan geen afstand scheiden, Moeder, van uw liefdelichte huis!
Twee Liederen voor Altstem
Song Cycle by Bernard Zweers (1854 - 1924)
1. Kind der aarde
Language: Dutch (Nederlands)
Text Authorship:
- by Pieter Cornelis Boutens (1870 - 1943), "Kind der aarde", appears in Vergeten liedjes, first published 1909
Go to the general single-text view
Researcher for this page: John Versmoren2. Zonne‑kus
Language: Dutch (Nederlands)
Reikt nog eens zijn stralen armen De verbannen zomerzon? Komt éen uur weêr de aarde warmen Zijner oogen liefdebron? Zie, haar loome wimpren trillen, Lacht verzweemt langs lippezoom. . . Maar geen hartstocht zal haar tillen Uit de diepten van haar droom. Ziel alleen liet zich niet sussen In der neevlen koele dons. . . Slechts gelijken kunnen kussen. Lief, zijn kus is heel voor ons!
Text Authorship:
- by Pieter Cornelis Boutens (1870 - 1943), "Zonne-kus", appears in Vergeten liedjes, first published 1909
Go to the general single-text view
Researcher for this page: John VersmorenTotal word count: 212