by Christiaan Louis Schepp (1876 - 1948), as Jan Prins
Language: Dutch (Nederlands)
De lucht, over de jonge dag,
Was helderder dan ooit.
Iets ongewoon-verblijdends lag
In weide en veld gestrooid.
De torenklok zong, wat ze kon,
De vlaggen staken uit:
De bruigom was de lentezon
En Holland was de bruid.
Ze was des morgens opgestaan,
Een ranke, frisse meid.
Ze deed haar gazen sluier aan
van dunne dauwigheid.
Ze stak zich van de perenboom
De bloesem in het haar,
Die witter dan een winterdroom
is,- wonder, wonderbaar.
Ze deed een gladde gordel om
van zilverig allooi,
van zuiveren waterglans, - wat glom
die ronde gordel mooi!
Toen hechtte ze als een donzen vacht
aan haar satijnen kleed
de schuimrand die de zee haar bracht.
Toen was de bruid gereed.
...
Nu komt ze met haar lief gezicht
de bruigom tegemoet.
Wat is de hemel wijd en licht,
Wat is het leven goed!
De wereld is een wonderbron
van telkens nieuw geluid.
De bruigom is de lentezon
en Holland is de bruid.
Composition:
- Set to music by Leo Smit (1900 - 1943), "De bruid", 1939, stanzas 1-3, 6 [ women's chorus ]
Text Authorship:
- by Christiaan Louis Schepp (1876 - 1948), as Jan Prins
See other settings of this text.
Researcher for this page: Lau Kanen [Guest Editor]
This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 48
Word count: 241