by Willem Johannes Theodorus Kloos (1859 - 1938)
Language: Dutch (Nederlands)
Ik ween om bloemen in den knop gebroken En vóór den uchtend van haar bloei vergaan, Ik ween om liefde, die niet is ontloken, En om mijn harte dat niet werd verstaan, Gij kwaamt, en 'k wist - gij zijt weer heengegaan... Ik heb het nauw gezien, geen woord gesproken: Ik zat weer roerloos nà dien korten waan In de eeuwge schaduw van mijn smart gedoken: Zoo als een vogel in den stillen nacht Op ééns ontwaakt, omdat de hemel gloeit, En denkt, 't is dag, en heft het kopje en fluit, Maar eer 't zijn vaakrige oogjes gansch ontsluit, Is het weer donker, en slechts droevig vloeit Door 't sluimerend geblaarte een zwakke klacht.
Composition:
- Set to music by Henk van der Vliet , "Sonnet", 1980, from Drie liederen, no. 3
Text Authorship:
- by Willem Johannes Theodorus Kloos (1859 - 1938), no title, appears in Verzen
See other settings of this text.
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-04-12
Line count: 14
Word count: 114