by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899)
De wilde wind
Language: Dutch (Nederlands)
Deur 't haaghout raamt
de wilde wind,
verblind,
zijn' reuzensprongen:
en al dat ooit
hem [tegenstaat]1
verlaat
hij, losgewrongen.
Gebogen hier,
gebroken daar,
malkaar
de boomen schenden;
die, scheurende uit
den gronde, huis
en thuis
den gruw inzenden.
Nu maalt hij hout
en stof en steen
deureen,
en roert daaronder,
met [gramme]2, en al
te hol, te dol
gegrol,
zijn stemmendonder.
Hij steent gelijk
een stier, die raast
en blaast;
die, al ten bloede,
zijn' hoornen in
de boomen steekt,
en breekt,
van louter woede.
Hoe schommelt en
hoe rommelt hij,
voorbij
den bosch, gebezen!...
Wie durft er, als
zoo'n wilde wind
begint
onwaakzaam wezen?
View original text (without footnotes)
1 Ingenhoven: "tegenslaat"
2 Ingenhoven: "gram"
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]
1 Ingenhoven: "tegenslaat"
2 Ingenhoven: "gram"
Text Authorship:
- by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), "De wilde wind", written 1897 [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Koen Dejonghe (b. 1957), "De wilde wind", 1992. [voice and piano] [text not verified]
- by Jan Ingenhoven (1876 - 1951), "De wilde wind", 1926. [men's chorus a cappella] [text verified 1 time]
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]
This text was added to the website: 2008-09-19
Line count: 40
Word count: 109