by Willem Johannes Theodorus Kloos (1859 - 1938)
Mijn oogen branden
Language: Dutch (Nederlands)
Mijn oogen branden, Met felle randen. De klokken luien, luien mij uit. Mijn klamme handen Betasten de wanden. De klokken luien, luien mij uit. Wát toch dat luien in gódsnaam beduidt.... O, om een slag, Die op eens mij versloeg! O, om een dag, Dien ik niet meer verdroeg! Warende waduwen walmen mij om, Dwalende schaduwen staren daar stom. De klokken luien, luien mij uit. Heffende handen rekken gestrekt, Vragende vormen worden gewekt. O, wat dat luien, dat luien beduidt.... De klokken luien, luien mij uit.
About the headline (FAQ)
Confirmed with Gedichten van Willem Kloos. In: De Nieuwe Gids Jaargang 4. W. Versluys, Amsterdam 1889 p.86
Authorship:
- by Willem Johannes Theodorus Kloos (1859 - 1938), no title, appears in Gedichten, in Pathologieën, no. 1 [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Henk van der Vliet , "Pathologie", 1980, from Drie liederen, no. 2 [sung text checked 1 time]
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-04-25
Line count: 20
Word count: 86