by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899)
Het getouwe
Language: Dutch (Nederlands)
En mocht ik maar twee zielen hebben, 'n mocht ik maar twee menschen zijn, 'k zou weven mij tweêrhande webben: een' webbe groef, een' webbe fijn. Een webbe zou 'k, van zonne en zijde, mij weven, en van goudgespin; met boomen en met blaren, blijde, met meer als een schoon blomken in. Mijne ander' webbe, en tweede leven, 'n liet ik maar, onaangemoeid, geschoren zijn, getouwd, geweven, zoo 't in en deur 't getouwe vloeit! Doch neen: ik zal, van ziele en lijve, de wever van één webbe zijn, zoo lange 'k in dit leven blijve, van zuur en zoet, van groef en fijn. Den inslag en den drom van 't leven van goed heeft God, en kwaad gespin, van zijde en wolle en werk gegeven, met hier en daar een blomken in. En, zittende op mijn krank getouwe, zoo weve en werke, ik, dag en nacht, aanziende, vol goe hope en rouwe, den Heere, die mijn werk verwacht.
Text Authorship:
- by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), "Het getouwe", written 1896 [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by C. J. M. Merkx , "Het getouwe" [ four-part mixed chorus a cappella ] [sung text checked 1 time]
- by Gerard Van Kooten , "Het getouwe" [ voice and piano ] [sung text not yet checked]
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]
This text was added to the website: 2012-10-28
Line count: 48
Word count: 159