by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931)
Het liefste lied dat ze immer zong
Language: Dutch (Nederlands)
Het liefste lied dat ze immer zong, kwam mij door het herte spelen, 't Was laat in den nacht. De nevel hong, als een vool, op der hoving prieelen. Den ganschen dag reeds had ik gegaan om een lach van heur lippen te ontmoeten. Ik voelde mijn boezem brekend slaan, en bleef staan op wankelende voeten. Daar stond ik, van achter 't syringaloof, door de twijgen verborgen, te spieden.... hoe daar soms, langs de ruiten een schaduw schoof, om daadlik weer henen te vlieden.... Toen rees het op nieuw in mijn hert, heur lied! en ik zong het, met bevender stemme, nauw hoorbaar soms, versmacht door verdriet, dan luider, vol somberen klemme. Doch, toen aan het helderverlichte raam, heur beeld weêr verrees, voor een pooze, toen klonk van mijn lippen nog enkel heur naam... en ik weende, als een moederlooze!
About the headline (FAQ)
Confirmed with Pol de Mont, Loreley J.L. Beijers, Utrecht 1882 p.73
Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931), no title, appears in Loreley [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Willem De Latin (1876 - 1942), "Het liefste lied dat ze immer zong", 1902 [ voice and piano ], from 3 liederen uit "Ophelia", no. 3 [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-05-09
Line count: 20
Word count: 140