De onzichtbre zon, die achter heuvelglooien, Al lang geleên, tot slapen is gedaald, Blijft teeder nog het korenblond vermooien, 't Lupinegoud, dat geel met geel weerstraalt. Het schamel meisje, aan ' t aardevruchten rooien, Kijkt even óp naar ' t goud, dat zegepraalt En ' t eenzaam kind voelt hemelzegen strooien En avondvrede op ál wat ademhaalt. Voor ' t lage hutje, alleen in ' t blond der landen, Het vlassen haar verguld door d' avondgloed, Speelt lijze een knaap harmonica en zoet Ontvloeit de weemoedsmelodie zijn handen En zingt, tot de eerste blauwe sterren branden, Van ' t hemelgeel, dat hij verklanken moet.
Liederen , opus 26
by Alphons Vranken
1. Avondgoud  [sung text not yet checked]
Language: Dutch (Nederlands)
Text Authorship:
- by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941), "Avondgoud"
Go to the general single-text view
Confirmed with Swarth, Sonnetten, in: De gids Band 77, Deel 2 1913 G.J.A. Beijerinck p.112
2. Regen en wind  [sung text not yet checked]
Language: Dutch (Nederlands)
Ik zag de Regen spelen met den Wind. En Regen zweefde en zaaide zilverkralen En lokte en sloeg den dartelend brutalen Met sluiertulle en gazen lokkenlint. Toen poogde Wind met neurie-zacht verhalen, Verliefde knaap, die zoet gevlei verzint, Voor 't lachend meisje, dat hij plaagt en mint, Tot willig kozen over haar te. halen. En uit den boomkruin, waar hij zong en floot, Kwam stoute Wind in suizelvaart gesprongen, Zoodat hij Regen plots in de armen sloot. Weg zweefde Regen met haar wilden jongen. Elk blad blonk groen, de rozen werden rood, De lucht werd blauw en álle vogels zongen.
Text Authorship:
- by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941), "Regen en wind"
Go to the general single-text view
Confirmed with Hélène Swarth, Regen en wind, in: Elseviers geïllustreerd maandschrift. Jaargang 23. Elsevier, Amsterdam 1913 [p. 138]