LiederNet logo

CONTENTS

×
  • Home | Introduction
  • Composers (20,143)
  • Text Authors (19,560)
  • Go to a Random Text
  • What’s New
  • A Small Tour
  • FAQ & Links
  • Donors
  • DONATE

UTILITIES

  • Search Everything
  • Search by Surname
  • Search by Title or First Line
  • Search by Year
  • Search by Collection

CREDITS

  • Emily Ezust
  • Contributors (1,114)
  • Contact Information
  • Bibliography

  • Copyright Statement
  • Privacy Policy

Follow us on Facebook

Jacoba van Beieren

A play - incidental music

1. In doornte en dorte ik dreef mijn hart
 (Sung text)

Subtitle: in volkstoon

Language: Dutch (Nederlands) 
BEERTE
In doornte en dorte ik dreef mijn hart
Als 't lam door 't duin,
Wier wol door 't bos doorkorven werd,
Wier hoef door 't puin; -

Die hoopt die groene heuvlen daar
Zijn fris en zoet,
En 't ruist van blijde waatren waar
'k Mijn dorst in boet;

En die in ruigt, duin op, duin af,
Door droog zand dwaalt:
Doorn priemt, braam steekt: hoe stug en straf
Is 't helm dat frisheid faalt.

't Breekt door, 't staat hoog, van laatsten wal
Stort zonheet zand naar 't blauw -
Heil, 'k hoorde - ik zie der waatren val:
Daar baad, daar koel 'k mij gauw.

Het daalt, het holt, het spelt in 't nat.
Ai mij, wat zilte poel.
Wier wond schrijnt en wie dorst is 't bad
Pijnlijk en bijtend koel.

En eenzaam 't dwaalt, en 't blinkend strand
Ligt leeg als strand kan zijn.
Tot de nacht komt en 't zinkt in 't zand,
Ontsterft aan moeite en pijn.

JACOBA
Dat dolend hart, mijn lief, was al te droef.
Een heldrer toon nu, zij 't al niet te hoog.

Text Authorship:

  • by Albert Verwey (1865 - 1937), no title, subtitle: "in volkstoon", appears in Jacoba van Beieren, first published 1948

Set by Johannes Röntgen (1898 - 1969), subtitle: "in volkstoon" [ voice ]

Go to the general single-text view

Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]

2. Mijn lief heeft een wereld
 (Sung text)

Language: Dutch (Nederlands) 
BEERTE
Mijn lief heeft een wereld
Waar zon in speelt,
Zijn kroon is bepereld
En bejuweeld.
Zijn mantel in 't golven
Toont hermelijn,
Zijn handen bedolven
In ringen zijn; -
Maar als 'k aan hem denk is 't niet anders en meer
Dan mijn lief dien ik zie, dan mijn lief dien 'k begeer.

Mijn lief heeft geen tafel,
Geen bed en geen bank,
Zijn kap hangt in rafel,
Zijn baard is te lank;
Zijn mantel vuilgrauwe
Toont menigen lap,
Tas draagt hij en krauwe
En bedelnap.
Maar als 'k aan hem denk is 't niet anders en meer
Dan mijn lief dien ik zie, dan mijn lief dien 'k begeer.

Text Authorship:

  • by Albert Verwey (1865 - 1937), appears in Jacoba van Beieren, no. 2

Set by Johannes Röntgen (1898 - 1969) [ voice ], In: Albert Verwey, Jacoba van Beieren (ed. C.A. Zaalberg). Uitgeverij C.A. Mees, Santpoort 1948 p.47

Go to the general single-text view

Confirmed with Albert Verwey, Jacoba van Beieren (ed. C.A. Zaalberg). Uitgeverij C.A. Mees, Santpoort 1948 p.47.


Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
Total word count: 291
Gentle Reminder

This website began in 1995 as a personal project by Emily Ezust, who has been working on it full-time without a salary since 2008. Our research has never had any government or institutional funding, so if you found the information here useful, please consider making a donation. Your help is greatly appreciated!
–Emily Ezust, Founder

Donate

We use cookies for internal analytics and to earn much-needed advertising revenue. (Did you know you can help support us by turning off ad-blockers?) To learn more, see our Privacy Policy. To learn how to opt out of cookies, please visit this site.

I acknowledge the use of cookies

Contact
Copyright
Privacy

Copyright © 2025 The LiederNet Archive

Site redesign by Shawn Thuris