Mijn lieveken open je deurken en lach En zend tot de zon je gebed, En een vaas met een gele mimosatak Fijn-blij voor je vensterken zet. Die zie ik van ver als ik zingende kom Al over de heide gegaan, Die zijn lijden vergeet en zich zelf niet meer weet, Nu een lente van liefde ving aan. Zoo wijd is de heide en de berken zoo fijn, Ze blinken in 't goudene licht, En licht is mijn hart in den licht-blijen dag, En licht is je lieve gezicht.
Zes kleine liederen
Song Cycle by Jan Baptist Ceulemans (1887 - 1938)
1. Mijn lieveken, open je deurken  [sung text not yet checked]
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Mijn lieveken", appears in Johanneskind
See other settings of this text.
Confirmed with Gust. van Elring, Onze dichters, Meulenhoff & Co. 1908, p. 284
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
2. Ik had een liedje mijn gedacht  [sung text not yet checked]
Ik had een liedje mijn gedacht, maar ' t heeft mij enkel pijn gebracht, toen ik het wist verloren. Voorbij was mij de tooverij, en zonder taal ik stond, die vond het klinkend woord te voren, ik, arme dwaas, verloren .
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Ik had een liedje mijn gedacht", appears in Johanneskind
See other settings of this text.
Confirmed with Joannes Reddingius, Johanneskind: gedichten, De Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1913 p.81
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
3. Regen, regen  [sung text not yet checked]
Regen, regen, waai mij tegen op de paarse zomerhei, op de golvend-wijde landen, heet door 't laaiend zonnebranden, wilde regen, kom tot mij. 'k Hoor het straffe, scherpe blaffen van den wolfshond, stadig-aan, heuvel-af zie 'k schapen glijden, die den verren stal verbeiden, hoor ze blaten, zie ze gaan! De oude herder drijft ze verder, daar de zeewind niet meer luwt. Uit de donkre donderkoppen zijgt een stroom van zware droppen, door den windstorm voortgestuwd. Regen, regen, waai mij tegen, bloeiend wacht de heide en ik, laat het zingen van uw koren wereld-ver den zwerver hooren, val maar, zing maar, regen tik!
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Regen"
See other settings of this text.
Confirmed with Joannes Reddingius , Gedichten, In: Groot Nederland. Jaargang 15(1917) p.132
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
4. Hei met de wolken zoo wit  [sung text not yet checked]
Hei met de wolken zoo wit, drijvend zoo rein in den hoogen, 'k ga rustig van hart en van oogen, en bid. Heuv'len die liggen in rij, ver, ver, als goudgele banken, als duinen, ik weet nu weer klanken, nabij. Dag, zoo wijdwijd en zoo licht, gij gaaft het nimmer verwachte, teerblonde, hoogopen en zachte gezicht.
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Hei met de wolken zoo wit", appears in Johanneskind
See other settings of this text.
Confirmed with Joannes Reddingius, Johanneskind: gedichten, De Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1913 p.20
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Joost van der Linden [Guest Editor]
5. Zal ik in de linde vinden
Zal ik in de linden vinden geluwgoud doorblonken groen nu de vlagen niet meer jagen in een wild wanhopig woên? Zal ik nieuwe zangen vangen als ik luister naar het lied van de blaêren die daar varen waar het windeke door vliet?
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), appears in Regenboog
Go to the general single-text view
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]6. Waaien, waaien  [sung text not yet checked]
Waaien, waaien van windekens zachtekens over mij heen - gegroet, gegroet mijn vrindekens, ik ben niet meer alleen. Ik loop u wakker tegen, gij loopt mij wakker aan - gij waait mij allerwegen, licht dansend is uw gaan. Waaien, waaien van windekens, over de heide, zoo groot, gegroet, gegroet mijn vrindekens, ik ben uw speelgenoot.
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), no title
See other settings of this text.
Confirmed with Joannes Reddingius, Gedichten, in: De Nieuwe Gids Jaargang 27. Luctor et emergo, Den Haag 1912 p. 697
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]