Ga naar buiten, ga naar buiten waar de blijde vogels fluiten , waar de dauw blinkt in de zon, waar vlamroode veldpapaver gloeit in ' t groen en waar de klaver geurt wier jonge bloei begon. Volg het wegje in schijn verloren tusschen velden vol met koren, hoor het riez'len van den wind, blauwe bloemen liefde duiden , zang van 't briesjen uit het zuiden doet u lachen als een kind. In de weel'ge bloemenweiden, bij het koren, langs de heiden, waar ge ook toeft, daar vindt gij iet, dat u wijzer maakt en beter, als een fijne, stille weter zegt gij wond'ren in uw lied.
Idylle
Song Cycle by Hans Schouwman (1902 - 1967)
1. Naar buiten  [sung text not yet checked]
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Naar buiten", appears in Licht. Nieuwe gedichten
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius, Licht; nieuwe gedichten, Hilversum 1923 p.25
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Joost van der Linden [Guest Editor]
2. Een libel  [sung text not yet checked]
Is 't blauw, is 't goud, is 't zonneglans, gevangen in een staaf van blauw, zoo teer als de oogen van een vrouw, luchtwezen, gij, die zwiert in dans, en over 't wijde water zweeft en trilt, omdat gij leeft? Wie heeft uw wonderkleed geplooid, wie wierp het uit en lachte blij om al die mooie goudkleedij, door 't teere blauw vermooid? Een met een lente-blijden wil volbracht het wonder stil.
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Libellen"
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius, Libellen, in: De Gids, Jaargang 81. P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam 1917 p.393
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
3. Beuken  [sung text not yet checked]
De beuken weemlen voort, een wacht van boomen, het licht blijft ongestoord maar stroomen. De wind waait zachtkens aan, een pracht van vlammen lijkt langzaam op te gaan om stammen. De blâren vlammen puur, de zacht-bruin-roode.... Zon wèg, het bladervuur gevloden!
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Beuken", appears in Johanneskind, no. 11
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius, Johanneskind: gedichten, De Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1913 p.15
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
4. Nu buigen de halmen  [sung text not yet checked]
Nu buigen de halmen door 't windje bewogen, zachtekens zacht, de zon schijnt op aren, die dansende varen in goudene pracht. Naar 't spelen der vlagen, die komen getogen in lichten kadans, gaan òp zij en neder en rijzen daar weder in 't zonnegeglans, Een vreugde van leven werd in mij geboren, die weet van geen nacht, bij 't zingende koren, ging onrust verloren, Zachtekens zacht.
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), no title
See other settings of this text.
Confirmed with E.S., Onze leestafel, in: De Tijdspiegel Jaargang 70. L.J. Veen, Amsterdam 1913 p270
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
5. Nevel
— This text is not currently
in the database but will be added
as soon as we obtain it. —
6. Dauwdrop  [sung text not yet checked]
Ik' k ben een dauwdrop, ben een glanskristal, mijn wieg, mijn woning, is een fijn - groen blad, van tak , die welft hoog boven ' t voorjaarspad van ' t groenend bosch in ' t overheerlijk dal. Mijn leven is maar kort, ik geef en glans, breng lafenis en vang het zonnevier en spiegel weer dat tintellicht gezwier en leef in ' t wonder van een tooverdans. Ik ben een klein heelal van licht doorblonken, bevend op de wieg'ling van den wind, een dans vliedt heen, een nieuwe dans begint, En telkens spelen vluchtig - ijle vonken. En elke vonk laat een erinn'ring achter, en ' t diep geluk wordt mooier nog en zachter.
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Dauwdrop", appears in Licht. Nieuwe gedichten
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius, Licht; nieuwe gedichten, Hilversum 1923; Note: no publisher mentioned
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
7. Vijverbloemen  [sung text not yet checked]
Nymphaeaas in den vijver, bloemen, en bladen rond-vlak, wind woei even en rimpeling de rust van het water verbrak. Toen kwam de zomerregen speelsch overvallen het bosch, een wereld van toover-muzieken, veel stemmen schoten los. Fijne droppen stuiven tot het vijverkristallijn, 'k zie van der bloemen wonderrood even maar een schijn. 'k Weet, dat in mijn leven ik zal zien dat magisch rood tot ik naar 't ver land zal gaan, 't lichtland van den Dood.
Text Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Vijverbloemen", appears in Verzen
Go to the general single-text view
Confirmed with Joannes Reddingius, Verzen, in: De Nieuwe Gids, Jaargang 52. Luctor et emergo, Den Haag 1937 p.341
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
8. Herfstmorgen
— This text is not currently
in the database but will be added
as soon as we obtain it. —