Ik wil in de lustigste zangen, ter eere der lieflike Mei, alle pepels en vogelen vangen, die fladderen door de wei. In vroolike liederen wil ik herdenken het jeugdig seizoen. In kransen zoo bont als grilli zal ik vlechten het bottende groen. Gi, paarkens, die 's avonds gaat dwalen, ook u en vergeet ik niet. Twee lippekens rood als koralen versieren steeds toovrend een lied! Het lonken van lievende blikken, een kus, - wondre, hemelsche roof! zijn even zoo frisch, en verkwikken als dauw, op 't ontkiemende loof. En is dan mijn kransken voltrokken, gij, meidekens, fleur van Brabant, dan vlecht ik het in uwe lokken, en kus u tot hulde de hand!
Dag in de llente
Song Cycle by Gerardus Olivier Koop (1885 - 1967)
1.  [sung text not yet checked]
Language: Dutch (Nederlands)
Text Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931), "Voorzang", appears in Lentesotternijen
Go to the general single-text view
Confirmed with Pol de Mont, Lentesotternijen Ad. Hoste, Gent 1881 p.3
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
Total word count: 112