Daar wonen vogelkens vele in ' t nesteken van mijn hert : de vogelkens mijner blijheid , de vogelkens mijner smert . Zij zingen er gansche dagen, nu treurig, dan luid en blij , maar wat zij neuren of zingen, mijn liefken, ' t is al van dij ! Want o ! Sinds du, dien avond, dijn minne mij hebs bekend , sints is mijn winter verzwonden, gekomen de blijdste Lent ! De blijdste Lent mijnes herten , met bloemen, geur- en fleur, met lovers en groene blaren en zoete windengeneur ! …... Nu ben ik niet meer alleene en zuchtend als voorheen, en vreugde en heil en smerte, wij dragen het al getween. Nu sta ik niet meer te weenen bij bosch- ofwaterkant ; gij staat mij troostend ter zijde en drukt mij teer de hand. Gij zijt des daags de zonne die zoet mij tegenlacht Gij zijt de zoete sterre - die mij verlicht des nacht - Gij zijt mijne dierbre verloofde, gij zijt de wereld voor mij ! daarom zingen alle de vogelkens mijns herten veur dij , veur dij !…..
Twee Liederen
Song Cycle by Karel Mestdagh (1850 - 1924)
1. Daar wonen vogelkens vele  [sung text not yet checked]
Language: Dutch (Nederlands)
Text Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931), "Loverken", appears in Jongelingsleven
See other settings of this text.
Confirmed with Karel Maria Polydoor De Mont, Jongelingsleven Robyns 1879 p.123
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
2. Och! Ewich es so lanc!  [sung text not yet checked]
Language: Dutch (Nederlands)
Och ! Ewich es so lanc ! En toch, ic wou, mijn lief, sijn ewich nevens di, dijn enich hertengherief ! Sijn ewich nevens di , en swemmen in den vloet van dinre grote minne, mijn dierbaerst goet ! Och ! Ewich es so lanc, En toch, sact ghi bi mi, al wasset noch so lanc 't gone als een pijl voorbi ! En wert dan in mijn hert dijn hert eens uutghestort , al wasset dobbel ewich ' t was noch te cort ! Och! Ewich es so lanc ! Maer di , maer di stets sien, sou selfs die vreedste smert van mi doen verre vliên ! Gij sijt mijn heil , mijn lust, mijn goet, mijn schat , mijn al ! En niets , dit gheve Got ! van di mi sceiden sal.
Text Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931), "Och ! Ewich es so lanc !", appears in Jongelingsleven, in Bloemenkrans om dinen hoofde
Go to the general single-text view
Confirmed with Karel Maria Polydoor De Mont, Jongelingsleven Robyns 1879 p.123
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
Total word count: 300