O Lied! O Lied!
Gij helpt de smert
wanneer rampen naken,
gij kunt, o Lied, de wond'  in 't hert,
de wonde in 't hert vermaken!
o Lied, o Lied!
Gij laaft den dorst,
gij bluscht het brandend blaken,
gij kunt, o Lied, de drooge borst
en 't wee daarvan doen staken.
o Lied! o Lied,
het zwijgend nat
dat leekt nu langs m'n kaken,
gij kunt het, en uw kunst is dat,
gij kunt het honing maken...
o Lied! o Lied!

Spelling changes used by Bervoets: drooge -> droge
Spelling changes used by De Vocht: smert -> smart ; de wonde in 't hert -> de wond in 't hart
Spelling changes used by De Puysseleyr: drooge -> droge, honing -> honig
Spelling changes used by Goedertier: daarvan -> dervan ; leekt -> lekt
Spelling changes used by Robberecht: o Lied ! -> oh lied ! ; honing -> honig

Composition:

Set to music by Alfons (Fons) Bervoets (1907 - 1987), "O Lied" [ four-part mixed chorus a cappella ]

Text Authorship:

• by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), no title, written 1860

See other settings of this text.

Researcher for this page: John Versmoren

This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 16
Word count: 83