by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941)
Een lied van de zee See original
Language: Dutch (Nederlands)
Our translations: GER
Flauw flikkert het lampje in een visschershut: Oud moedertje zit bij het vuur en dut. Als donkere schimmen, hand in hand, Schuifelen schaduwen langs den wand. Droef zingen de golven een wiegelied, Voor wie daar in de baren zijn leven liet. Droef zingen de golven hun dooden-lied. Oud moedertje sluimert en hoort het niet. ... „Ach! Tegen den storm is geen man bestand, Zoo menig lijk is gespoeld aan land. Uw kind is dood, en zijn boot vergaan; Bleek ligt de knaap in het licht der maan“. ... Daar stortte zij neer met en doffe klacht, En streelde zijn druipende lokken zacht; En stenend: „Kind, hoe vind ik u hier?“ Streek ze uit zijn haren de klevend wier. En sloot zijne oogen en kuste lang Zijn paarsen mond en zijn witte wang. „Mijn kind, wat ligt gij zoo ijzig kil, Uw adem is weg ... uw hart staat stil! ... Wild fladderden meeuwen om haar heen, En zij bleef met het lijk van haar kind alleen. Lang lag zij geknield bij den dooden knaap. En zong als wiegde ze een kind in slaap: „Mijn man en mijn zoon: - God geve hun vrêe! Zijn beiden vergaan in den schoot der zee. ... Droef zingen de golven een wiegelied, Voor wie daar in de baren zijn leven liet.
Composition:
- Set to music by Louis Andriessen (1939 - 2021), "Een lied van de zee"
Text Authorship:
- by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941), "Een lied van de zee"
See other settings of this text.
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- GER German (Deutsch) (Bertram Kottmann) , "Ein Lied vom Meer", copyright © 2016, (re)printed on this website with kind permission
Researcher for this page: Bertram Kottmann
This text was added to the website: 2016-07-31
Line count: 64
Word count: 489