by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931)
Ei! Bezinne de mei! See original
Language: Dutch (Nederlands)
En als op berm en branken
de nieuwe lente lacht en bloeit,
dan ruist van wondre klanken,
veld en heide,
woud en weide,
waar bottend 't nieuwe leven broeit.
Dan springen de blaren de knoppen uit,
dan fluiten de vogelen nog zoo luid:
Fallih! Fallah!
Fallah! Fallih!
Ei! Bezinne de Mei!
...
Doch streelt der vooglen zingen,
betoovert weide- en woudenlied,
'k weet zoeter tonen klinken --
liefdakkoorden
hemelwoorden!
Zelfs nachtegaal bezit die niet!
En wils du die hooren, hier in ons gemoed --
daar zingt onze liefde nog eens zoo zoet:
Fallih! Fallah!
Fallah! Fallih!
Ei! Bezinne de Mei!
Du, minne, zoete minne,
kom hier, en rust me op 't herte thans!
Du draags in hert en zinnen,
bloeiende ranken,
bloeiende klanken,
wonnigen, zonnigen lenteglans.
En wippen de vogels hun nesten uit,
toch zingt mij dijn herte nog eens zo luid:
Fallih! Fallah!
Fallah! Fallih!
Ei! Bezinne de Mei!
Composition:
- Set to music by Frank Valentin Van der Stucken (1858 - 1929), "Ei! Bezinne de mei!", alternate title: "Fallih! Fallah!", op. 21 no. 2, published 1893, stanzas 1,4-5 [ voice and piano ], from Twee lenteliederen = Zwei Frühlingslieder, no. 2, also set in German (Deutsch)
Text Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931), no title, appears in Gedichten, in 1. Ophelia, in 4. Heut und immer, no. 42
See other settings of this text.
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Hanne-Joost Peeters
This text was added to the website: 2009-02-15
Line count: 55
Word count: 244