by Gerbrand Adriaenszoon Bredero (1585 - 1618)
Liedeken
Language: Dutch (Nederlands)
Al waert dat mijn De Godt Jupijn Of yemandt vande Goden, Haer glants of schijn Of gants haer sijn Van Godlijckheyt aenboden, Dat ickse mocht verkiesen En ick u most verliesen, Ick gingh tot haer met dese reen: Ick blijf veel liever hier beneen In myn armoed opter aerden, In becommeringh en verdriet, Eer ick wouw die last anvaerden, En hebben daer myn liefste niet. Of lieten sy De toom eens vry Van ’t Coninghlijck ghebieden, En gheven my De heerschappy Van Landen en van Lieden, Dat ickse most beheeren, Dat sou ick wel begheeren, Niet om rijck, Landt noch gelt, Niet om aensien noch ghewelt, Niet om schepters noch om kroonen, Noch om al het Werelts goet, Maer om dat ick u sou toonen Mijn gunst en grootheydt van ghemoet. Ick sou de lien Wel grootsch gebien U achtbaerheyt te eeren, Op bloote knien U doen ontsien By Princen en by Heeren, Ick sou der Keyseren Vrouwen Voor u staet-dochters houwen Mijn koningen de grootst van lof, Die souden u steets in mijn Hof Met eerbiedigheyt gheleyden En setten in u setel sacht, Die ick eerst sou doen bereyden Met de kostelijcke pracht. Van Elpen-been Vol vremdiche’en Soud ick u troon doen maken, U vloer bespreen Met ed’le kle’en, Van Turcks en goude laken, Met beelden en met bloemen, So schoon alsmen kan noemen. Ick sou bewijsen door u dracht, Hoe dat ick u deuchden acht, Hoe dat ick u hooghe zeden Meer bemin als ’t lieve gout, Dat ick rustich sou besteden, Daer en waer ghyt hebben wout. Maar ’k weet dat ghy Geen hovaerdy Hebt in dees malle dinghen, Oock draagh ick bly Meer goets by my Als de Hovelinghen. Al syn sy rijck van goede, Ick ben ’t in den ghemoede: Ick weet wel liefje datje weet, Dat onder een verwurpen kleet Wel wat grooters kan verschuylen Als syn meerder wel vermoet, En datmen vaeck wel slechte uylen, Hier bevinden seer begoedt.
Confirmed with Gerbrand Adriaensz. Bredero, Groot Lied-boeck, Wikisource
Text Authorship:
- by Gerbrand Adriaenszoon Bredero (1585 - 1618), "Liedeken", subtitle: "Stemme: O lyden en pijn, droefheyt is mijn." [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Marie Cornélie Cathérine Reynvaan (1854 - 1934), "Liedeken", published 1907 [ voice and piano ], from Zeven liederen, no. 1, Amsterdam : Alsbach  [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2025-04-25
Line count: 70
Word count: 326