LiederNet logo

CONTENTS

×
  • Home | Introduction
  • Composers (20,200)
  • Text Authors (19,687)
  • Go to a Random Text
  • What’s New
  • A Small Tour
  • FAQ & Links
  • Donors
  • DONATE

UTILITIES

  • Search Everything
  • Search by Surname
  • Search by Title or First Line
  • Search by Year
  • Search by Collection

CREDITS

  • Emily Ezust
  • Contributors (1,115)
  • Contact Information
  • Bibliography

  • Copyright Statement
  • Privacy Policy

Follow us on Facebook

Zeven liederen

Song Cycle by Marie Cornélie Cathérine Reynvaan (1854 - 1934)

1. Liedeken  [sung text not yet checked]

Language: Dutch (Nederlands) 
Al waert dat mijn
De Godt Jupijn
Of yemandt vande Goden,
Haer glants of schijn
Of gants haer sijn
Van Godlijckheyt aenboden,
Dat ickse mocht verkiesen
En ick u most verliesen,
Ick gingh tot haer met dese reen:
Ick blijf veel liever hier beneen
In myn armoed opter aerden,
In becommeringh en verdriet,
Eer ick wouw die last anvaerden,
En hebben daer myn liefste niet.

Of lieten sy
De toom eens vry
Van ’t Coninghlijck ghebieden,
En gheven my
De heerschappy
Van Landen en van Lieden,
Dat ickse most beheeren,
Dat sou ick wel begheeren,
Niet om rijck, Landt noch gelt,
Niet om aensien noch ghewelt,
Niet om schepters noch om kroonen,
Noch om al het Werelts goet,
Maer om dat ick u sou toonen
Mijn gunst en grootheydt van ghemoet.

Ick sou de lien
Wel grootsch gebien
U achtbaerheyt te eeren,
Op bloote knien
U doen ontsien
By Princen en by Heeren,
Ick sou der Keyseren Vrouwen
Voor u staet-dochters houwen
Mijn koningen de grootst van lof,
Die souden u steets in mijn Hof
Met eerbiedigheyt gheleyden
En setten in u setel sacht,
Die ick eerst sou doen bereyden
Met de kostelijcke pracht.

Van Elpen-been
Vol vremdiche’en
Soud ick u troon doen maken,
U vloer bespreen
Met ed’le kle’en,
Van Turcks en goude laken,
Met beelden en met bloemen,
So schoon alsmen kan noemen.
Ick sou bewijsen door u dracht,
Hoe dat ick u deuchden acht,
Hoe dat ick u hooghe zeden
Meer bemin als ’t lieve gout,
Dat ick rustich sou besteden,
Daer en waer ghyt hebben wout.

Maar ’k weet dat ghy
Geen hovaerdy
Hebt in dees malle dinghen,
Oock draagh ick bly
Meer goets by my
Als de Hovelinghen.
Al syn sy rijck van goede,
Ick ben ’t in den ghemoede:
Ick weet wel liefje datje weet,
Dat onder een verwurpen kleet
Wel wat grooters kan verschuylen
Als syn meerder wel vermoet,
En datmen vaeck wel slechte uylen,
Hier bevinden seer begoedt.

Text Authorship:

  • by Gerbrand Adriaenszoon Bredero (1585 - 1618), "Liedeken", subtitle: "Stemme: O lyden en pijn, droefheyt is mijn."

Go to the general single-text view

Confirmed with Gerbrand Adriaensz. Bredero, Groot Lied-boeck, Wikisource


Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]

2. Hoe lief is 't, op nen loovertak
 (Sung text)

Language: Dutch (Nederlands) 
Hoe lief is 't, op nen loovertak,
langs ongehoord te vooren
en ongezien, in 't looverdak,
den nachtegaal te hooren,
die, vindende al zijn vooizen uit,
komt al de vogelchooren,
met zijn betooverend, overluid
en lief en lang geturelutuit,
verduisteren en versmooren!

Text Authorship:

  • by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), written 1850-80

See other settings of this text.

Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]

3. Daar liep een dichtje in mijn gebed
 (Sung text)

Language: Dutch (Nederlands) 
Daar liep een dichtje in mijn gebed,
en 'k wilde 't aan den kant gezet,
maar, niet te doen, het wilde en 't zou
mij plagen, als ik bidden wou!
En nu is mijn gebed gedaan,
en 't dichtje is 'k weet niet waar gegaan:
vergeefs gezocht, vergeefs, o wee,
'k en vinde noch rijm noch dichtje meer!

Text Authorship:

  • by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), no title, written 1860

See other settings of this text.

Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]

4. Avondgebed  [sung text not yet checked]

Language: Dutch (Nederlands) 
De avond is gevallen,
De dag gaat dood, —
De boomen worden allen
Wonderlijk groot.

In de verte, in de landen,
Daar ligt wat goud, —
De nacht maakt onze handen
Zoo stil — zoo oud.

Schoonheid hebt gij ons leven
Eenmaal gekust,
Dan gaan wij t' avond even
Zwijgend te rust.

Text Authorship:

  • by Carel Steven Adama van Scheltema (1877 - 1924), "Avondgebed", appears in Van zon en zomer

Go to the general single-text view

Confirmed with Adama van Scheltema, Van zon en zomer, Wikisource


Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]

5. Liedjes zijn levende dingen  [sung text not yet checked]

Language: Dutch (Nederlands) 
Liedjes zijn levende dingen, 
ze zingen, 
vogeltjes licht met een eigen geluid, 
ze kwett'ren en slijpen, turluten en tinken 
en laten uitklinken 
hun slag 
in den dag 
Ze maken pleizier 
met een hel tierelier 
en telkens opnieuw en het spel heeft niet uit van de bend 
zoo gewend 
om te zingen. 

Text Authorship:

  • by Joannes Reddingius (1873 - 1944), no title, appears in Johanneskind

Go to the general single-text view

Confirmed with XXe eeuw in: De Hollandsche Revue, Band 10 1905


Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]

6. In de avondzon  [sung text not yet checked]

Language: Dutch (Nederlands) 
Als 'n groote rozenstruik
Vlamde de zonnepruik! —
Ik lag in de schelven,
En dacht aan niets.

Als 'n rijpe bloementros
Bloeide de zonneblos! —
Ik dacht aan mij zelven,
En nog aan iets.

Als 'n woedende klaproos
Leek de avond, zoo boos! —
Ik dacht aan een ander,
Te lange lest.

Als 'n rhododendron
Stierf de avondzon! —
Denken we aan elkander,
Dat is het best!

Text Authorship:

  • by Carel Steven Adama van Scheltema (1877 - 1924), "In de Avondzon", written 1918, appears in Van zon en zomer

Go to the general single-text view

Confirmed with Adama van Scheltema, Van zon en zomer, Wikisource


Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]

7. Ik jeune mij daarin
 (Sung text)

Language: Dutch (Nederlands) 
Ik jeune mij daarin,
ik jeune mij daaran,
als ik een liedtje mag dichten;
ik jeune mij daarin,
ik jeune mij daaran,
als ik het liedeke kan.

Text Authorship:

  • by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), no title, written 1858?

See other settings of this text.

Spelling change used by Van Rennes: liedtje -> liedje
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]
Total word count: 625
Gentle Reminder

This website began in 1995 as a personal project by Emily Ezust, who has been working on it full-time without a salary since 2008. Our research has never had any government or institutional funding, so if you found the information here useful, please consider making a donation. Your help is greatly appreciated!
–Emily Ezust, Founder

Donate

We use cookies for internal analytics and to earn much-needed advertising revenue. (Did you know you can help support us by turning off ad-blockers?) To learn more, see our Privacy Policy. To learn how to opt out of cookies, please visit this site.

I acknowledge the use of cookies

Contact
Copyright
Privacy

Copyright © 2025 The LiederNet Archive

Site redesign by Shawn Thuris