by Martinus Nijhoff (1894 - 1953)
Adieu
Language: Dutch (Nederlands)
Droom dan tenminste dat wij nimmer scheidden, Wij droomden het zoo vaak, kind, naast elkaar. Nu kuste ik, toen je sliep, voor 't laatst den zijden Geurenden overvloed van je wild haar. Ik nam mijn vedel, liet me 't raam uitglijden, Sloop door den boomgaard, telkens omziend naar Het venster, open in den klimop, waar Jij met een glimlach droomt dat wij nooit scheiden. Droom dan, als in het sprookje, honderd jaar: Droom dat je met mij zwierf en met me bij de Herbergen speelde en dansen begeleidde - Adieu. Wellicht maakt ginds een toovenaar Een blonden prins van dezen vedelaar Wiens kus je wekt, en zijn wij nooit gescheiden.
Confirmed with Martinus Nijhoff Verzamelde gedichten (1990) (ed. W.J. van den Akker en G.J. Dorleijn). Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 2001 (derde druk), p. 155
Text Authorship:
- by Martinus Nijhoff (1894 - 1953), "Adieu" [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Léon Orthel (1905 - 1985), "Adieu", op. 64 (Vier liederen) no. 1 (1972), copyright © 1973 [ voice and clarinet ], Amsterdam: Donemus [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2022-10-31
Line count: 14
Word count: 109