by Joannes Reddingius (1873 - 1944)
Toen Jesuken nog een kindeke was
Language: Dutch (Nederlands)
Toen Jesuken nog een kindeke was, Zoo lang, o zoo héél lang geleden, toen liep het zoo zoetjes door 't wuivende gras en keek naar de boomen tevreden. Maria zag er het kindeke gaan langs appel- en pereboomen, het lachte de blinkende bloesemkens aan, die waren voor dagen gekomen. Maria tot haar kindeke sprak: „ik wenschte dat zat te zingen een vogelken daar op dien gindschen tak, dat zong mij van hemelsche dingen." En Jesuken loech tot de Heilige Vrouw, en levende liedergeruchten ruischten heel ver, en naar 't zuivere blauw verwonderd zij keek van de luchten. En een vogeltje vloog in den pereboom tot den tak door de Maged verkoren, die stond in een zingenden hemeldroom door 't lied dat de zanger deed hooren.
About the headline (FAQ)
Confirmed with Joannes Reddingius, Verzen, Deeltje 1, Amsterdam, Veen, 1908.
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), no title, appears in Johanneskind [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Jan van Duinen (1890 - 1942), "Toen Jesuken nog een kindeke was...", op. 82 (1921) [ voice and piano ], Amsterdam : De Vrij Religieuse Tempel [sung text not yet checked]
- by Cornélie van Oosterzee (1863 - 1943), "Toen Jezuken nog een kindeke was", published 1910 [ voice and piano ], in: Nederlandse Zangstukken; Gent Willemsfonds [sung text not yet checked]
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-04-27
Line count: 20
Word count: 125