LiederNet logo

CONTENTS

×
  • Home | Introduction
  • Composers (20,226)
  • Text Authors (19,713)
  • Go to a Random Text
  • What’s New
  • A Small Tour
  • FAQ & Links
  • Donors
  • DONATE

UTILITIES

  • Search Everything
  • Search by Surname
  • Search by Title or First Line
  • Search by Year
  • Search by Collection

CREDITS

  • Emily Ezust
  • Contributors (1,115)
  • Contact Information
  • Bibliography

  • Copyright Statement
  • Privacy Policy

Follow us on Facebook

Drie liederen , opus 68

by Joseph Ryelandt (1870 - 1965)

1. Irrequietum  [sung text not yet checked]

Language: Dutch (Nederlands) 
Als één verdriet is uitgezucht,
     en ruimte is, zult ge zeggen,
en reden daar, om ééns, toch ééns,
     het rouwkleed af te leggen!
't En doet! Daar zitten zuchten al
     volveerdig, neêrgedwongen,
en beidende, in de bange borst,
     die geren henensprongen!

Ze kwellen en ze pramen u,
     en baren zult ge, baren,
ach! De altijdonvolborentheid
     des weedoms! De oude jaren
en letten 't herontvangen, noch
     het grootgaan, immer: sterven
van droefheid, zult ge, in barensnood,
     en 't eeuwig - leven - erven!

Text Authorship:

  • by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), "Irrequietum"

Go to the general single-text view

2. Die mijn hert bemint
 (Sung text)

Language: Dutch (Nederlands) 
    Voor de H. Communie

Die mijn hert bemint, o konde ik
hem gevinden! Heere, vonde ik
  U, mijn hert, mijn toeverlaat,
  wiste ik waar hij henengaat.

Ver van mij, dat ben ik zeker,
is de liefde- en troostinspreker,
  want mijn herte zwemt, o wee,
  in een wijde tranenzee.

Is hij in de blommen? Neen-hij:
in goud, rijkdom of gesteen hij,
  als hij in mijn hert niet is,
  neen-hij, neen-hij, nee gewis.

Text Authorship:

  • by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), "Die mijn hert bemint", written 1858-9, revised 1897

Go to the general single-text view

3. Smeeklied  [sung text not yet checked]

Language: Dutch (Nederlands) 
Milde en machtig mededoogen,
keert uwe onbermhertige oogen
  toch niet af
van mijn' nietheid, die, benepen,
voelt de dood haar henenslepen
  naar het graf!

't Is bestemd en 't staat geschreven:
sterven eens moet alle leven;
  't wil en 't zal
dat daar duurt of schijnt te duren,
twintig jaar of twintig uren,
  sterven al!

Groote God, die leeft onendig,
steunt mij, als ik sterve, ellendig;
  en Uw woord,
dat mij heeft der dood gegeven,
helpe mij om her te leven
  eeuwig voort!

Nu is 't duister al en droevig,
lastig, leedzaam, ongedoevig,
  waar ik ga;
waar ik zoeke of waar ik dale,
uitgeweerd gij, heldere strale
  van 't hierna!

Gij die nu zijt, waart voordezen,
eeuwig zijn zult; God, verrezen
  uit het graf,
kampt met mij den kamp, o felle
kamper, dwers door dood en helle,
  nijdig af!

Vrijdt mijn arme ziele, o vrome
vechter; dat zij te Uwaard kome,
  zonder scha;
dat ze, in Uwen schoot geborgen,
na dees bittere wereldzorgen,
  rusten ga!

Rusten ga en 't licht aanschouwen,
rusten ga en vrede bouwen
  in dat land,
dat geene ooge ooit zien en mochte,
daar geene oore ooit aan en rochte,
  geen verstand!

Text Authorship:

  • by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), "Requiem", written 1891

See other settings of this text.

Gentle Reminder

This website began in 1995 as a personal project by Emily Ezust, who has been working on it full-time without a salary since 2008. Our research has never had any government or institutional funding, so if you found the information here useful, please consider making a donation. Your help is greatly appreciated!
–Emily Ezust, Founder

Donate

We use cookies for internal analytics and to earn much-needed advertising revenue. (Did you know you can help support us by turning off ad-blockers?) To learn more, see our Privacy Policy. To learn how to opt out of cookies, please visit this site.

I acknowledge the use of cookies

Contact
Copyright
Privacy

Copyright © 2025 The LiederNet Archive

Site redesign by Shawn Thuris