Stil! - Duizend-oogig spiegelt zich in 't meir De nacht, en laat haar bleeken luchter beven, Die honderd sneeuwen sluieren doet zweven Om 't, rond de diepte rijend, rotsenheir. En Sluimer daalt, op vlinder-wieken, neer, Met wuivend rijs, waaraan de druppen beven, Die, dauwend, droom en zoet vergeten geven, En zweeft, in schaduw, peinzend heen en weêr. En in mijn dolend hulkje, dat er glijdt Langs 't kabblend zilver, zet hij zich; ik zie Hem teeder-blikkend over mij gebogen. Hij lacht mij aan, ontplooit de wieken wijd . . . Ik hoor een sluimerende melodie, En weet niet, wat mij lood-zwaar viel op de oogen . . . .
Liederen
Song Cycle by Henriëtte Jacoba Van Heukelom-Van den Brandeler (see Henriette Jacoba van Heukelom-van den Brandeler (1884 - 1985))
Sluimer Matches original text
Language: Dutch (Nederlands)
Text Authorship:
- by Jacques Fabrice Herman Perk (1859 - 1881), "Sluimer", appears in Gedichten, in Mathilde. Een sonnettenkrans in vier boeken, in Boek IV [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Set by Henriëtte Jacoba Van Heukelom-Van den Brandeler (see Henriette Jacoba van Heukelom-van den Brandeler (1884 - 1985)), 1907, published 1908 [ voice and piano ], Middelburg : NoskeResearcher for this page: John Versmoren
Total word count: 108