LiederNet logo

CONTENTS

×
  • Home | Introduction
  • Composers (20,026)
  • Text Authors (19,309)
  • Go to a Random Text
  • What’s New
  • A Small Tour
  • FAQ & Links
  • Donors
  • DONATE

UTILITIES

  • Search Everything
  • Search by Surname
  • Search by Title or First Line
  • Search by Year
  • Search by Collection

CREDITS

  • Emily Ezust
  • Contributors (1,112)
  • Contact Information
  • Bibliography

  • Copyright Statement
  • Privacy Policy

Follow us on Facebook

Twee liederen

Song Cycle by Karel August Textor (1870 - 1934)

1. Onder 't loover  [sung text not yet checked]

Language: Dutch (Nederlands) 
Zie naar de loovers, melieve! die luchtig
Glinstren in den zonneschijn -
Zie, hoe ze zweven en beven en vluchtig
Schaduwen schilderen, grillig en fijn,
Op de zonnige zoden!
 
Zie, hoe het blauw, aan den hemel ontvloden,
Schittert tusschen groen en geel!
Vlinders in 't loovergewemel gevloden,
Blinken als bloesems op wiegenden steel,
Bang dat vinken ze vingen.

Hoor, hoe de vogelen fladdren en zingen,
Liefde, leven, lente lof!
Voel u de lente als een luwtje doordringen,
Dan wordt uw leven uw lente te dof,
Dan verlangt ge te lieven. -

Text Authorship:

  • by Jacques Fabrice Herman Perk (1859 - 1881), "Onder 't loover", appears in Gedichten, in Overige gedichten en fragmenten

See other settings of this text.

Confirmed with Jacques Perk, Gedichten, (ed. Willem Kloos). Met illustraties van J.B. Heukelom. S.L. van Looy, Amsterdam 1914 (12de druk) p.133


Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]

2. Zomerlied  [sung text not yet checked]

Language: Dutch (Nederlands) 
Op tengere stengelen bengelt
De haver al heen ende weer
En 't zilverig zwellende koren
Wuift wiegelend op ende neer.
 
O kom, waar roosbloemige klaver
Het bieken tot azen verleidt,
Waar, klapwiekend, zich met de klaproos
De goudenen vlinder vermeit!

Kom dolen door vroolijke velden
En plukken de bloemekens fijn,
En drinken de schoonheid der zonne,
Als gouden, etherische wijn!

Kom zwerven door zeëen van koren!
Zij zandig en zonnig het pad
Ginds lokt ons de blauwgroene woudzoom;
In nevelen ligt reeds de stad.
 
Wij poozen op grazige heuvels,
Waar het krekeltje zingt, en wij zien
De torens in 't blauw zich verheffen,
De sneeuwwitte wolken vliên.
 
Straks zinkt in de mollige zode
De klanklooze voetstap weg.
Buig dan naar mijn lippen en luister
Naar wat ik u fluisterend zeg!

Text Authorship:

  • by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941), "Zomerlied", appears in Beelden en stemmen, in Lied en leven

See other settings of this text.

Confirmed with Hélène Swarth, Beelden en stemmen, P.N. van Kampen en Zoon, Amsterdam / Ad. Hoste, Gent 1887 p.143


Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
Total word count: 220
Gentle Reminder

This website began in 1995 as a personal project by Emily Ezust, who has been working on it full-time without a salary since 2008. Our research has never had any government or institutional funding, so if you found the information here useful, please consider making a donation. Your help is greatly appreciated!
–Emily Ezust, Founder

Donate

We use cookies for internal analytics and to earn much-needed advertising revenue. (Did you know you can help support us by turning off ad-blockers?) To learn more, see our Privacy Policy. To learn how to opt out of cookies, please visit this site.

I acknowledge the use of cookies

Contact
Copyright
Privacy

Copyright © 2025 The LiederNet Archive

Site redesign by Shawn Thuris