Elfen, reppen zij zich voort, lachend om hun wilde dansje, nu het lokkig - blonde Hansje droomt, zoo zijïg-zacht van wang? Zegt er een een fluisterwoord, neemt een ander snel het over, staat de heele tuin in toover na den lichten ommegang ? ' t Is zoo vast als eenig ding, ' k hoor ze gaan en zacht- bewogen kijk ik naar de blauw - lichte oogen van mijn kleinen lieveling .
Liederen
Song Cycle by Lodewijk Mortelmans (1868 - 1952)
15. Hansje  [sung text not yet checked]
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), "Elfen", appears in Johanneskind
See other settings of this text.
Confirmed with Joannes Reddingius, Johanneskind: gedichten, De Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1913 p.31
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
16. Kindje wat ben je toch zacht  [sung text not yet checked]
Kindje wat ben je toch zacht, kopje van tintelfijn goud, pret-mondje glundert en lacht of je vertellen wat woudt. Oogelijns helder en rein glinstren, wanneer ik ze zoek mijmrend van boven mijn boek in dit hel-blije festijn. Kindje, mijn kindje van licht, wonderlijk wonder, ik wil kussen je zachte gezicht, o zoo voorzichtig en stil.
Authorship:
- by Joannes Reddingius (1873 - 1944), no title, appears in Johanneskind
See other settings of this text.
Confirmed with Is. P. de Vooys, Boekbeoordeelingen, InDe Beweging. Jaargang 4. Maas & Van Suchtelen, Amsterdam 1908 p.87
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]