LiederNet logo

CONTENTS

×
  • Home | Introduction
  • Composers (20,103)
  • Text Authors (19,450)
  • Go to a Random Text
  • What’s New
  • A Small Tour
  • FAQ & Links
  • Donors
  • DONATE

UTILITIES

  • Search Everything
  • Search by Surname
  • Search by Title or First Line
  • Search by Year
  • Search by Collection

CREDITS

  • Emily Ezust
  • Contributors (1,114)
  • Contact Information
  • Bibliography

  • Copyright Statement
  • Privacy Policy

Follow us on Facebook

Twee guitige liederen

Song Cycle by P.L. Tobé

1. Gladde straten  [sung text not yet checked]

Language: Dutch (Nederlands) 
De straten zijn glad en het meisjen is bang.
- ‘Zoet liefjen, ik laat u niet glippen!
Mij klinkt uw gekeuvel als vogelenzang,
mij blozen als rozen uw lippen.
 
Wat vreest ge en wat beeft ge? Mijn hart is zoo warm,
vrij sneeuwe 't, geen koû zal u deren.
Nooit leundet ge, liefje, op zoo krachtig een arm,
mijn steun op den weg zal 't u leeren.

Uw vlottende lokken bepoeiert de wind
met duizende fijne kristallen.
Ik kus van uw schouders de vlokjes, mijn kind....
Wat vreest gij? - Ik laat u niet vallen!’

Text Authorship:

  • by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941), "Gladde straten", appears in Blauwe bloemen, in Zang en droom

Go to the general single-text view

Confirmed with Hélène Swarth, Blauwe bloemen, J.L. Beijers, Utrecht 1884, p.80


Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]

2. Plagerij  [sung text not yet checked]

Language: Dutch (Nederlands) 
- ‘Bruiner dan uw donkere oogen,
diep en toch zoo wonderklaar,
sprak het meisje, en wees het water,
is die schoone vijver daar.
 
Blonder dan uw blonde lokken
is de gouden halmenzee,
golvend in het volle zonlicht,
speelt de zomerkoelte er meê.
 
Rooder dan uw roode lippen
zijn de kersen, plaagde 't kind,
waar zij blozen tusschen 't loover,
waar zij kozen met den wind.
 
Zoeter, o wel tienmaal zoeter,
dan uw liefste minnetaal,
klinkt mij 't juichen van den leeuwrik,
't smachten van den nachtegaal!’

- ‘Looze booze kleine! sprak hij,
veel is schooner, ja, dan ik!
Doch in 't helderbruin des vijvers
flikkert daar een menschenblik?
 
Wel is heerlijk de oogst te noemen,
door het rijpend graan beloofd,
doch mijn lokken, schalksche liefje,
golven om een dichterhoofd.
 
Aardig bloost - ik wil 't bekennen -
't sappig kersje van den boom.
Kunnen kersen u vertellen
wat ik denk en dicht en droom?
 
Hoe der vooglen melodie, kind,
- weelde of weemoed - u beviel,
in mijn woorden ligt mijn leven,
in mijn zangen trilt mijn ziel.’

Text Authorship:

  • by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941), "Plagerij", appears in Blauwe bloemen, in Zang en droom, no. 18

Go to the general single-text view

Confirmed with Hélène Swarth, Blauwe bloemen, J.L. Beijers, Utrecht 1884 p.94


Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
Total word count: 266
Gentle Reminder

This website began in 1995 as a personal project by Emily Ezust, who has been working on it full-time without a salary since 2008. Our research has never had any government or institutional funding, so if you found the information here useful, please consider making a donation. Your help is greatly appreciated!
–Emily Ezust, Founder

Donate

We use cookies for internal analytics and to earn much-needed advertising revenue. (Did you know you can help support us by turning off ad-blockers?) To learn more, see our Privacy Policy. To learn how to opt out of cookies, please visit this site.

I acknowledge the use of cookies

Contact
Copyright
Privacy

Copyright © 2025 The LiederNet Archive

Site redesign by Shawn Thuris