Zonne, als 'k in mijn groene blaren en vol waterpeerlen sta en dat gij komt uitgevaren, schouwt mijn bloeiend herte u na. Throonend op den throon gezeten van den rooden dageraad, wilt het blomke niet vergeten, dat naar u te wachten staat. Langs die hooge hemelpaden, zonne, nimmer klemmens moe, volge ik u, van zoo 'k mijn bladen met den morgen opendoe: komt en zoekt mijn herte en vindt het, u behoort het, te alder tijd, u verwacht het, u bemint het, die mijn hemelminnaar zijt. 's Avonds, als het wordt te donkeren, als ge in 't gloeiend westen daalt, schouw ik naar uw laatste vonkelen [zinkend]1 met u nederwaard. Hangende op mijn staal gebogen, weene ik toen den nacht rondom, van u niet te aanschouwen mogen: kom toch weêre, o zonne, kom!
Vijf liederen
Song Cycle by J. Van Langermeersch
1. Tot de zonne  [sung text not yet checked]
Authorship:
- by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), "Tot de zonne", written 1859-60?
See other settings of this text.
View original text (without footnotes)Spelling changes used by Mervillie: morgen -> morgende ; kom -> komt
Spelling changes used by Schrey: blomke -> bloemken ; volge -> volg ; mijn bladen -> mijn blad'ren ; morgen -> morgende
1 Mervillie, Schrey: "En zink"
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]
4. O kom met mij  [sung text not yet checked]
O kom met mij in den lentenacht! Kom dwalen over de bloemenwei; de rose sluimert, de sterre lacht, in stille droomen wasemt de hei. O kom met mij in den lentenacht! Het leeft, en hijgt en het mint daar al! De loveren lispen, het windje smacht, en donk're wegen lokken door 't dal. O kom met mij in den lentenacht! De heuvel glimt in den manenschijn, Daar hellen ons hoofden te zaam zoo zacht en gansch de natuur zal ons eigen zijn!
Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931)
See other settings of this text.
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- ENG English [singable] (Anonymous/Unidentified Artist) , "O come with me in the summer night"
5. Ten blauwen hemel  [sung text not yet checked]
Ten blauwen hemel blinkt duizendvoud de sterre, belachend, hel en verre, de loveren groen en frisch ! In diepe wouden ontelbre bloemen blozen , — betooverende rozen die vragen naar een kus ! 'k Zie geren't licht der sterren mij lachend tegenpinken . 'k Zie geren de dauwdrop blinken op loveren en roos. Maar ' k gaf wel al de sterren en al der wouden bloemen, gij , die ' k niet durve noemen, voor uwen liefdeblos !
Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931), no title, appears in Jongelingsleven, in Bloemenkrans om dinen hoofde
See other settings of this text.
Confirmed with Karel Maria Polydoor De Mont, Jongelingsleven, Robyns 1879 p.109
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]