Was schaust du mich so freundlich an
Language: German (Deutsch)
Our translations: CAT DUT ENG FRE
Was schaust du mich so freundlich an,
O Bild aus weiter Ferne,
Und winkest dem verbannten Mann?
Er käme gar zu gerne.
Die ganze Jugend tut sich auf,
Wenn ich an dich gedenke,
Als ob ich noch den alten Lauf
Nach deinem Hause lenke.
Gleich einem, der ins tiefe Meer
Die Blicke läßt versinken,
Nicht sieht, nicht hört, ob um ihn her
Viel tausend Schätze winken.
Gleich einem, der am Firmament
Nach fernem Sterne blicket,
Nur diesen kennt, nur diesen nennt
Und sich an ihm entzücket:
Ist all mein Sehnen, all mein Mut
In dir, o Bild, gegründet,
Und immer noch von gleicher Glut,
Von gleicher Lust entzündet.
About the headline (FAQ)
Text Authorship:
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- CAT Catalan (Català) (Salvador Pila) , copyright © 2022, (re)printed on this website with kind permission
- DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , copyright © 2015, (re)printed on this website with kind permission
- ENG English (Emily Ezust) , "To a portrait", copyright ©
- FRE French (Français) (Guy Laffaille) , "À une image", copyright © 2013, (re)printed on this website with kind permission
Researcher for this text: Emily Ezust [
Administrator]
This text was added to the website between May 1995 and September 2003.
Line count: 20
Word count: 108
Wat kijk jij mij zo vriend ’lijk aan
Language: Dutch (Nederlands) after the German (Deutsch)
Wat kijk jij mij zo vriend ’lijk aan,
O beeld, van ver op aarde,
En wenk je de verbannen man?
Hij kwam maar al te gaarne.
Mijn hele jeugdtijd komt terug,
Als ‘k zit naar jou te kijken,
Alsof ‘k weer langs de oude brug
Jouw woning wil bereiken.
Als iemand die in diepe zee
Zijn blikken laat verzinken,
Niet ziet, niet hoort, of om hem heen
Talloze schatten blinken.
Als iemand die aan ’t firmament
Naar ’n verre ster staat te turen,
Slechts deze noemt, slechts deze kent,
Daarvan geniet vele uren:
Zo ‘s al mijn hunk’ren, al mijn moed
Aan jou, o beeld, ontloken,
En steeds nog met gelijke gloed
En even graag ontstoken.
