by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899)
Gekamde koning Canteclaar See original
Language: Dutch (Nederlands)
Gekamde koning Canteclaar, hoegeren zie'k u komen daar, gestapt zoo edeldrachtig Als Alexander, Atilla, of Karloman zijn' wederga; heel keizerlijk almachtig! Gij kraait, terwijl ge uw' vlerken slaat, en 't stemgeluid dat henengaat, uit Uw hals gedreven, herwekt het slapend menschdom, het boodschapt hem den dag werom, den dag, het licht, en 't leven. Uw vonkelende ooge, uw' rooden kam, een laaiend beeld van vier en vlam, uw' zwakken steert, uw spooren, uwe om end om geglimde borst, uw' strijdbaarheid, uw' zegedorst, uw' stem, zoo schoon om hooren..... Wie is er die dat al beschrijft, die, heel in woord en taal ingelijfd, doet leven u en waken? Wie is er? Anders geen als gij, heer Canteclaar, die machtig zij uw evenbeeld te maken, Vaart wel dan: ik omntgeef 't mij, en 'k wil weten dat ik verre ben bij u voortaan ten onderen; gij hebt, o haan, den prijs behaald, kraait koning nu, en zegepraalt em laat mij zwijgend wonderen!
Bijvanck's setting has a few minor spelling changes:
13 : ooge -> oog
13 : rooden -> roode
14 : vier -> vuur
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]
13 : ooge -> oog
13 : rooden -> roode
14 : vier -> vuur
Composition:
- Set to music by Henk Bijvanck (1909 - 1969), "Gekamde koning Canteclaar" [ voice and piano ]
Text Authorship:
- by Guido (Pieter Theodoor Jozef) Gezelle (1830 - 1899), "Gekamde koning Canteclaar"
Go to the general single-text view
Researcher for this text: Emily Ezust [Administrator]
This text was added to the website: 2008-09-19
Line count: 30
Word count: 160